‘Taal verandert’, verkondigde mijn professor historische taalkunde, toen ik in het derde jaar van mijn filologiestudie zat. Voor nieuwe concepten moeten nieuwe woorden worden uitgevonden, dat is logisch. En als bestaande woorden in nieuwe, oorspronkelijk foutieve betekenissen of structuren worden gebruikt, kunnen ze mettertijd wel tot de standaardtaal gaan behoren, omdat taal nu eenmaal levend is. Daarom is het meestal ook geen probleem om bestaande woorden naar believen tegen elkaar te plakken. ‘Oplijsten’ bijvoorbeeld, voor ‘dingen op een lijst zetten’.
Oplijsten is zelfs erg populair geworden in professionele contexten. Op plekken waar gewerkt wordt, is het oplijsten nooit ver weg. Waar afkolven de meest gepromote activiteit is van de borstvoedingsmaffia, is oplijsten die van de professional.
Zodra er genoeg items op een lijst zijn beland, wordt het tijd om een praatje te slaan met elk van de mensen die iets met de puntjes op de lijst te maken hebben. Die praatjes kan je vandaag geen gewone vergaderingetjes meer noemen, want dan ben je uit de tijd, en je lijst dus automatisch ook. Nee, als je een professional bent, dan organiseer je ‘one-on-ones’. Nu moet je met een uitnodiging voor een ‘één-op-één’ na metoo wel voorzichtig zijn, zou ik zo denken. Want niet iedereen is even goed mee met de nieuwe terminologie.
Schrik dus niet als iemand bij de koffieautomaat je vraagt of hij even ‘iets tegen je aan mag houden’. Tenzij de persoon in kwestie je daarbij met ondeugende blik aanstaart, gaat het gewoon om een idee waarover hij graag je mening wil.
Want als je vooruit wil, is het belangrijk om met de kritische inzichten van anderen rekening te houden.
Zo creëer je namelijk ‘buy-in’. Geen verkoop van aandelen van jouw bedrijf, maar een bereidheid om jouw idee actief te steunen en te verdedigen.
Als die zogenaamde ‘buy-in’ er dan in voldoende mate is, kan er in een grotere groep ‘een boompje worden opgezet’. Wat tussen haakjes niets bijdraagt tot de hoeveelheid groen op onze planeet, maar niets meer betekent dan het hebben van een lang gesprek over iets.
Meestal blijkt uit dat opgezette boompje dat het concept nog niet matuur genoeg is en het goed zou zijn om even met een paar mensen te ‘sparren’. Waar dat vroeger nog wel gewoon het meervoud was van een bepaalde naaldboomsoort, zijn het nu alleen groentjes in het professionele leven die niet weten dat sparren uit de bokswereld komt. ‘Boksen zonder doorstoten’, heet het te zijn. Wat in een gesprek heel metoo-veilig neerkomt op het simpele verbale uitdagen van de ander, om zijn concept scherper te krijgen.
Nadat mensen iets tegen je aan hebben gehouden en een ‘one-on-one’ met je hebben gehad, ben je gedoemd om te worden uitgenodigd voor een ‘deep-dive’ of een ‘stand-up’.
En nee, dat zijn niet respectievelijk een duikinitiatie of een standje dat het delen van een hoogstpersoonlijk metoo-verhaal alsnog rechtvaardigt. Rechtopstaand vergaderen is alleen een strategie om efficiënt te zijn. Lees: vergaderingen korter te laten duren en meer werk gerealiseerd te krijgen. Wat dan ongetwijfeld ook geldt voor de hart- en vaatspecialist, want stilstaan is voor de aders niet gezond, maar iedereen moet nu eenmaal zijn boterham verdienen.
Nieuwe woorden komen. En gaan gelukkig soms ook weer.
Zoals de ‘sneuveltekst’. Waar je enkele jaren geleden nog mee werd doodgeslagen, maar die nu zelf lijkt te zijn gesneuveld. En nee, de sneuveltekst was geen namenlijst van de oudstrijders die tijdens de wereldoorlogen het leven hebben gelaten. Alleen maar een kladversie van een tekst waarvan niet alle passages hoefden te blijven bestaan. Net zoals de nieuwe woorden. Gelukkig. Dat vind ik wel een geruststellende gedachte om tegen me aan te houden.
Oplijsten is zelfs erg populair geworden in professionele contexten. Op plekken waar gewerkt wordt, is het oplijsten nooit ver weg. Waar afkolven de meest gepromote activiteit is van de borstvoedingsmaffia, is oplijsten die van de professional.
Zodra er genoeg items op een lijst zijn beland, wordt het tijd om een praatje te slaan met elk van de mensen die iets met de puntjes op de lijst te maken hebben. Die praatjes kan je vandaag geen gewone vergaderingetjes meer noemen, want dan ben je uit de tijd, en je lijst dus automatisch ook. Nee, als je een professional bent, dan organiseer je ‘one-on-ones’. Nu moet je met een uitnodiging voor een ‘één-op-één’ na metoo wel voorzichtig zijn, zou ik zo denken. Want niet iedereen is even goed mee met de nieuwe terminologie.
Schrik dus niet als iemand bij de koffieautomaat je vraagt of hij even ‘iets tegen je aan mag houden’. Tenzij de persoon in kwestie je daarbij met ondeugende blik aanstaart, gaat het gewoon om een idee waarover hij graag je mening wil.
Want als je vooruit wil, is het belangrijk om met de kritische inzichten van anderen rekening te houden.
Zo creëer je namelijk ‘buy-in’. Geen verkoop van aandelen van jouw bedrijf, maar een bereidheid om jouw idee actief te steunen en te verdedigen.
Als die zogenaamde ‘buy-in’ er dan in voldoende mate is, kan er in een grotere groep ‘een boompje worden opgezet’. Wat tussen haakjes niets bijdraagt tot de hoeveelheid groen op onze planeet, maar niets meer betekent dan het hebben van een lang gesprek over iets.
Meestal blijkt uit dat opgezette boompje dat het concept nog niet matuur genoeg is en het goed zou zijn om even met een paar mensen te ‘sparren’. Waar dat vroeger nog wel gewoon het meervoud was van een bepaalde naaldboomsoort, zijn het nu alleen groentjes in het professionele leven die niet weten dat sparren uit de bokswereld komt. ‘Boksen zonder doorstoten’, heet het te zijn. Wat in een gesprek heel metoo-veilig neerkomt op het simpele verbale uitdagen van de ander, om zijn concept scherper te krijgen.
Nadat mensen iets tegen je aan hebben gehouden en een ‘one-on-one’ met je hebben gehad, ben je gedoemd om te worden uitgenodigd voor een ‘deep-dive’ of een ‘stand-up’.
En nee, dat zijn niet respectievelijk een duikinitiatie of een standje dat het delen van een hoogstpersoonlijk metoo-verhaal alsnog rechtvaardigt. Rechtopstaand vergaderen is alleen een strategie om efficiënt te zijn. Lees: vergaderingen korter te laten duren en meer werk gerealiseerd te krijgen. Wat dan ongetwijfeld ook geldt voor de hart- en vaatspecialist, want stilstaan is voor de aders niet gezond, maar iedereen moet nu eenmaal zijn boterham verdienen.
Nieuwe woorden komen. En gaan gelukkig soms ook weer.
Zoals de ‘sneuveltekst’. Waar je enkele jaren geleden nog mee werd doodgeslagen, maar die nu zelf lijkt te zijn gesneuveld. En nee, de sneuveltekst was geen namenlijst van de oudstrijders die tijdens de wereldoorlogen het leven hebben gelaten. Alleen maar een kladversie van een tekst waarvan niet alle passages hoefden te blijven bestaan. Net zoals de nieuwe woorden. Gelukkig. Dat vind ik wel een geruststellende gedachte om tegen me aan te houden.