Katrien Van Effelterre
  • Home
  • Auteursinfo
  • Thrillers
    • Onder Controle
    • Doodsengel
    • Restafval
    • Levend aas
    • Vossenspoor
  • Blog
  • Contact
  • Links

Blijf de weg volgen

5/27/2014

0 Reacties

 
Het binnenschijnen van de westelijke avondzon in mijn bureau brengt steevast een stroom van inspiratie op gang. Voor iemand die schrijft is er niets heerlijkers dan dat.Dat was het belangrijkste dat de afgelopen verkiezingszondag me bracht. Nadat het drukke rondhossen van lenteliefhebbers op fietsen, op weg naar trappisten en ijsjes op overvolle terrassen, door het vallen van de avond een natuurlijk einde kende.

Ik raakte gekluisterd aan mijn laptop, mijn vingers op het klavier met de passie van een pianist die Rachmaninov speelt. Er is een verhaal in de maak, en sinds enkele weken zit er een nieuw begin in mijn hoofd. Het was geen fictie. Het was echt.

Na een zaterdagavond-etentje, vergezeld van humoristische en toch ernstige gesprekken zoals die de beste vrouwenvriendschappen typeren, reed ik in het donker naar huis. Het was bijna middernacht. Ik bevond me niet bepaald op de best verlichte en drukst bereden wegen van Vlaams-Brabant. Toen ik bij een stuk weg kwam dat door wegenwerken was afgesloten, was ik genoodzaakt naar links af te slaan.

Tien seconden radiostilte. Zou ze het me kwalijk nemen? Vrouwen zijn moeilijk als het over koerswijzigingen gaat. Ik ben niet anders.
“Blijf de weg volgen”, zei mijn navigatie-co-piloot uiteindelijk met een stem die even kalm klonk als voorheen.
Ik glimlachte en drukte het gaspedaal gelijkmatig in.

‘Hell ain’t no bad place to be’, zong ACDC, terwijl ik mijn ogen geconcentreerd op de weg hield.
Een geweldig nummer. Hoewel ik het altijd wat gewaagd had gevonden om zoiets controversieels uit te schreeuwen. Het tarten van het lot, weet je wel? Ik zong dat stukje nooit luidop mee. Diep in mij schuilt een kern van bijgelovigheid die zich maar niet laat uitroeien, aangezien ik bij elke nieuwe poging word geconfronteerd met de vaststelling dat er werkelijk meer is dan wij, stervelingen, met onze zintuigen kunnen waarnemen.

Los van die waarheid waren het vooral mijn zintuigen die ik nodig had op het stuk weg waarvan ik me al snel beklaagde dat ik het bereed. Paaltjes, drempels, wegversmallingen, onverwacht opdoemende voorrangswegen, en dan ook nog een keer een afslag naar links die de voorrangsweg bleek te zijn.  Hoewel het overduidelijk was dat de arbeiders die ooit de rechte weg waarop ik reed hadden aangelegd, dìe weg als voorrangsweg hadden bedoeld.

Mijn stille ergernis maakte plaats voor een onbehaaglijker gevoel toen ik plots vaststelde dat ik letterlijk in het veld was beland. Links hoog gras. Rechts hoog gras. Geen straatverlichting meer, enkel af en toe een reflecterend paaltje. En dat op een weg die net één auto breed was en waarvan ik bijna zeker was dat er tweerichtingsverkeer was toegelaten.

‘Blijf de weg volgen.’
Sommige vrouwen verliezen nooit hun kalmte. Ik probeer al jaren zo iemand te zijn.
Ik verminderde snelheid en concentreerde me op de bochtjes, terwijl ik probeerde te vergeten hoe lang het geleden was dat ik een smal onverhard uitwijkplekje tussen de weg en de gracht naast het veld had gezien.
Puts me down, fools me around
What's she doing to me?


Een tegenligger zou hoogst vervelend zijn. Gevaarlijk ook door al die bochtjes en het beperkte zicht.
Maar dat was beslist niet het ergste.
Want wat als er nu plots een man uit één van deze velden zou springen?

Een psychopaat, wachtend op een nietsvermoedende nachtelijke passant. Of iemand die me kende, die had gezien waar en wanneer ik was vertrokken en die me al de hele tijd in de gaten hield. Zoals in een film die ik onlangs zag en waarbij het slachtoffer een dag later dood werd teruggevonden, drijvend in een Australisch meer.
Of een demente bejaarde misschien, die per ongeluk werd aangereden? Of die deed alsof, tot ik uitstapte en ging kijken hoe het met hem gesteld was.
Had Proximus hier eigenlijk wel bereik? Het zou me niet verbazen als dat niet het geval was.

Ik draaide dapper aan de volumeknop van de radio. Ver kon het niet meer zijn voor ik weer in de bewoonde wereld kwam.
Toch?

Late at night turns down the lights
Close up on me
Opens my heart, tears it apart
Brings out the devil in me
Hell ain’t no bad place to be

Mijn huiveringwekkende gedachte parkeerde ik even, met het label ‘verhaal in de maak’. Bij de westelijke avondzon in mijn bureau was dat beslist een weg die ik een keer zou blijven volgen.










0 Reacties

Het gevecht met de kilo's: mijn ochtend met Mister Fatboy

5/8/2014

0 Reacties

 
"Hoe gaat het met de verkoop van je boek?" vragen veel mensen me tegenwoordig nadat ze me, met de bij vrienden en andere mensen die je een warm hart toedragen nooit exact definieerbare balans tussen sympathie en oprecht enthousiasme, hebben verteld dat ze Vossenspoor in een paar avonden vlot en met veel plezier hebben uitgelezen. Ik moet hen dan het antwoord schuldig blijven, want een zicht op de commerciële wapenfeiten van zijn papieren boreling heeft een auteur in de eerste maanden doorgaans niet. Anders ware het natuurlijk, mocht mijn vossenkind een kookboek zijn geweest, of een handleiding vol tips om op spectaculaire en sluwe wijze het gevecht tegen de kilo's te winnen.

Merkwaardig is het, hoe zowel kookboeken als vermageringsboeken hoge ogen blijven gooien in iedere boekhandel. To eat or not to eat? That seems to be the question. Nee, het succes schuilt natuurlijk in de combinatie van de twee thema's. Eten en toch vermageren, dàt is het wat ons hongerig maakt. De paradox met andere woorden.

Nochtans bestaan er nog steeds uiterst charismatische types die hun overvloed aan kilo's met zoveel elegantie en flair weten te dragen dat ze een 'gezond kookboek' dat ze van hun slanke vrienden cadeau hebben gekregen, met literaire honger voor een Vossenspoortje gaan omruilen.
Ze zitten goed in hun vel en zijn daarom sociaal, goedlachs, wereldwijs en royaal in verschijning en gedrag.

Op de autosnelweg kom je dat soort types steevast tegen. De zwaargewichten die op de rechterrrijstrook heel gastvrij een plaatsje voor je laten zodat je rustig kan invoegen en je staaltjes defensief rijgedrag kan bewaren voor een lichtgewicht waarvan de gladgepolijste carrosserie de norse verschijning van een azijnpisser aan het gezichtsveld moet onttrekken.
Met tientonners heb je bij het invoegen doorgaans weinig problemen. Al wil je ze daarna wel liever niet te lang gezelschap houden om je met je kleine auto niet gewrongen te voelen tussen zoveel stalen kracht.

Op een donkere weinig bereden nacht wil het wel eens gebeuren dat zo'n tientonner je als 'afscheid' nog kilometers lang vanuit de verte blijft seinen door met zijn lichten te knipperen. "Vooral als hij heeft gezien dat je een vrouw bent", vertrouwde een ervaren chauffeur me een keer toe nadat ik had geventileerd hoe ik me daarna enigszins ongerust had gevoeld bij de gedachte dat de chauffeur me met zijn signalen misschien alert had willen maken op één of ander ongezien defect aan mijn auto.
Maar dat was het dus beslist niet, zo werd me verzekerd.

Vandaag werd ik weer herinnerd aan dat toch wel aparte redeneervermogen van vrachtwagenchauffeurs, evenals aan het feit dat niet iedereen over het talent beschikt om zijn overgewicht met trots en menslievendheid te dragen.
Op mijn weg naar het station moet ik iedere ochtend oversteken en invoegen op een grotere weg waar rond dat tijdstip meestal wat file is. Net na dat invoegen rijd je over een spoorweg die als afgedankt goederenspoor weliswaar nog weinig wordt gebruikt, maar een mens toch niet met een gerust geweten kan laten stilstaan zonder een lichte verhoging van het hartritme te bewerkstelligen.
Vanmorgen stond er een file vóór de overweg en kwam er net een lange vrachtwagen aangereden die stilhield vóór het spoor. Na de laatste auto vóór de overweg was nog plaats voor twee auto's, maar te weinig voor de tientonner met gele nummerplaat.

Ik zag dan ook mijn kans schoon en voegde in vóór de tientonner en achter de laatste auto die voor de overweg stilstond. De chauffeur die achter me had staan wachten, wilde hetzelfde doen, want er was nog meer plaats, maar daar stak Mister Fatboy een stokje voor door opeens vooruit te schieten en pal achter mij te komen staan. Althans, dat was het plan, want uiteindelijk belandde hij schuin op de weg omdat hij anders nog gedeeltelijk op de sporen stond. Ik keek behoedzaam naar boven, naar de cabine van de tientonner die nu helemaal op het fietspad en bijna tegen een geparkeerde auto stond. Ik zag hem niet en hij zag mij niet. Wellicht een goede zaak, bedacht ik, want met een uit zelfbehoud voorzichtig uitgesproken "Het is weer een vrouw, en ze weet niet beter" zou mijn lichtgewicht tegen zoveel bruut geweld wellicht niet hebben op gekund.

Toen de file oploste, bleef Mister Fatboy onbehaaglijk dicht bij mijn achterkant. Op zoveel intimiteit had ik vanochtend niet gerekend, waardoor ik niet met tegenzin vaststelde dat hij wat verderop bij de voorsorteerstroken naar rechts uitweek en ik links kon blijven rijden.
Tot ik zag hoe hij plots gas gaf en me nét voor de splitsing zonder richtingaanwijzer rechts inhaalde.
Op dat moment herinnerde ik me dat een wijze man me eens zei dat je bij twijfel altijd moet uitgaan van de meest positieve interpretatie. Dat lukte beter toen Mister Fatboy bij de volgende afslag alsnog naar rechts draaide. Misschien had zijn navigatiesysteem gezegd: “Binnenkort rechts afslaan” en was hij iets te snel geweest.

Geef toe, het zou toch kunnen?
In ieder geval besloot ik het gevecht tegen de kilo's wijselijk niet aan te gaan. De arme man was wellicht net die ochtend met een streng dieet gestart...



0 Reacties

    Auteur

    Katrien Van Effelterre
    °1979, Diest

    Archief

    April 2017
    September 2016
    Juni 2016
    Mei 2016
    April 2016
    Maart 2016
    Februari 2016
    Januari 2016
    December 2015
    Augustus 2015
    April 2015
    Maart 2015
    November 2014
    September 2014
    Juli 2014
    Mei 2014
    April 2014
    Maart 2014
    Februari 2014
    Januari 2014

    Categorieën

    Alles

    RSS-feed