Katrien Van Effelterre
  • Home
    • Contact
  • Thrillers
    • Levend aas
    • Restafval
    • Doodsengel
    • Onder Controle
    • Vossenspoor
  • Romans
    • Rijp
    • De Ondraaglijke Zwaarte van het Geluk
  • Managementboeken
    • De man die nergens iets over te zeggen had
  • Blog

PRUIMENTIJD

8/24/2020

0 Comments

 
Foto
Een WhatsAppje van een van de lieve buurvrouwen:
‘Goeiemorgen allemaal, wie van jullie kan ik blij maken met een bakje pruimen en / of druiven uit de tuin?’
Ik bedank, zeg dat het heel lief is, maar dat pruimen en druiven me te zoet zijn.
Onze andere buurvrouw reageert: ‘Een kleín bakje pruimen wordt geapprecieerd. Groetjes aan iedereen.’
Waarop ik: ‘Snap ik helemaal. Een mens wil niet het hele weekend op het toilet hoeven door te brengen, zeker niet nu er mooi weer voorspeld wordt.’
Zegt zij: ‘Dáár had ik nog niet eens aan gedacht, maar je hebt honderd procent gelijk.’
Ik: ‘Ik ben een product van de Zusters van de Voorzienigheid, dat blijft sporen nalaten… Zelfs ver voorbij de magische vijf broden en twee vissen, tot op de groenten- en fruitafdeling dus.’
Zij: ‘Ik vrees dat diezelfde zusters bij mij andere ‘trauma’s’ veroorzaakt hebben. Heb jij daar nog wel échte zusters gezien?’
Tussendoor reageert de eerste buurvrouw: ‘Ben ons pruimenboompje zo dankbaar, omdat pruimen op reis altijd weer verlossing betekenen. Zo verschillend als we zijn hè.’
Ik: ‘Ja hoor. Ik had nog les van Zuster Beatrijs en Zuster Hildegard. Respectievelijk godsdienst en technologische opvoeding. Hoe écht hun roeping en bijgevolg zijzelf waren, weet ik natuurlijk niet. Misschien verkleedden ze zich voor de lesuren wel als devote nonnen en waren ze de rest van de tijd niet-religieuze zuurpruimen.
En ik heb ook nog nonnen gezien – verontrustend veel zelfs – tijdens de zeeklassen in het oude klooster van Sint-Idesbald. Het eten was daar trouwens niet te pruimen. Zuurkool op de eerste dag, als dessert ongesuikerde natuuryoghurt, en als eerste vieruurtje de volgende dag ‘bodding’, door de leraar geïdentificeerd als broodpudding, maar daar trapte toen niemand in, het zag er eerder uit als iets dat al een keer door iemand was opgegeten en dan met gelatine weer tot een geheel was gelijmd.
Daarom vastten wij en vroegen de Heer om hulp.
Om maar te zeggen dat de verlossing – al dan niet gewijd – overal wat anders betekent…
Smileys volgen.
Pruimen ook. 

0 Comments

DEN ENGELSMAN IN DUITSLAND

8/18/2020

0 Comments

 
Dat ze toevallig net zonder schuimwijn zaten, maar in de plaats daarvan een fles champagne konden brengen, verkondigde mevrouw ‘den Duits’ in een protserig Ardens kasteel waarover ik eerder al schreef.
Dat de ironie van het lot soms doet glimlachen, zo bleek afgelopen week in het Duitse Zwarte Woud, waar de schuimwijn allesbehalve op bleek. Hetzelfde gold voor gin & tonic, vlierbloesemsiroop, cassislikeur en Pimm’s, het befaamde drankje dat op geen enkel zichzelf respecterend Brits evenement ontbreekt. Als voormalig manager van de Royal Ascott Races kan gastheer Thomas het weten. Niet dat wij dat snel te weten komen, want zijn hallucinante palmares blijft discreet verscholen onder gedistingeerde bescheidenheid. Wat deze B&B meteen in schril contrast plaatst met al die plekken waarvan de omhooggevallen bewoners zichzelf zo belangrijk vinden. Niet hier, waar Andrew zes jaar geleden met zijn auto uit het Verenigd Koninkrijk kwam, met als bagage een kat en een doos vol kuikentjes, en geen idee hoe hij de oude kachel aan de praat moest krijgen om het huis op de beboste bergflank te verwarmen.
 
Na hard labeur en liefde voor de natuur, groeide de ark van de Moosbach Garden uit tot een paradijselijke Engelse tuin waar kippen, ganzen, schaapjes, border collie Luna, maltezer Chico en kater Bramble vast moeten denken dat ze al gestorven zijn en in de hemel zijn beland.
Omdat de rijpe perziken, courgettes en andere zelfgekweekte vruchten van het land niet vanzelf op borden belanden, is gastheer Thomas voortdurend in de weer. Hij doet alsof het allemaal weinig voorstelt, maar wie iets van koken kent, weet hoeveel tijd en toewijding gaan naar zelfgemaakte kaassoufflés, brownies, ijs, perfect gegrilde vleesjes en visjes, ontbijtbroodjes, konfituurtjes, chutneys, brioches, pesto’s en pasta’s.
Na een uitgebreid ontbijt is Thomas steevast royaal met wandeltips en routebeschrijvingen die hij zelfs keurig voor je print. Want geen enkele moeite is hem teveel om het zijn gasten naar de zin te maken.
 
Ergens tussen vijf en halfzeven dringen onweerstaanbare keukengeuren langs de kieren onder de deuren de gastenkamers binnen, om hun tijdelijke bewoners voor het aperitief naar beneden te lokken. Na een drankje in de tuin met een gemoedelijke bespreking van de dag, verdwijnt Thomas naar de keuken om de laatste hand te leggen aan het diner. Vier exquise gangen, vergezeld van wijn en water, zijn inbegrepen bij half pension dat minstens voor de helft uit de biologische tuin komt.
Waar al die culinaire skills en savoir-vivre vandaan komen, daar heb je als gast het raden naar, enkel een zeldzame verspreking zet de aandachtige luisteraar op het juiste pad naar een verbluffende achtergrond.
Of hoe echt meesterschap geen pronkzucht behoeft.
 
Tussen echinacea, dahlia, zonnebloem en oude rozensoorten trippelt Luna enthousiast mee met haar speeltje, dat ze met hoopvolle blik bij je voeten neerlegt. Een wandeling meer kan er hier altijd nog bij, moet ze denken, voor wandelaars die twintig kilometer planden, maar met de teller op dertig terugkeerden, omdat bordjes nu eenmaal niet altijd goed zichtbaar zijn voor wie zich graag vergaapt aan de mooie landschappen op de bospaadjes naar Gengenbach. Of Nordrach. Of Biberach. Of Oberharmersbach. Bacchus blijkt hier overal thuis in het land van kwaliteit en gemoedelijkheid.
Zelfs aan de Glaswaldsee die, wonderbaarlijk genoeg nog even ongerept als twintig jaar geleden, herinneringen oproept. 
 
Het is een feit, sommige dingen gaan voorbij, maar er is veel dat blijft.
Zoals de waarde van authenticiteit op een plek waar een mens gewoon zichzelf kan zijn.
 

0 Comments

DE FIXER

8/3/2020

0 Comments

 
In de wereld van een veertienjarige behoren volwassenen tot een andere soort. Ouders, leraren, ooms en tantes van welke generatie ook, stuk voor stuk belichamen ze een bestaansvorm die het midden houdt tussen de categorie van de fossielen en die van het springlevende zoogdierenras waarvan de veertienjarigen de eeuwig jonge veulens zijn.
Wij, volwassenen, zouden dan ook niet misstaan in een natuurhistorisch museum, waar we met onze stoffige verhalen en de geschiedenis van onze rimpels zo in een vitrinekast kunnen. Of je nu twintig of tachtig bent, dat maakt weinig verschil, hoogstens wordt het een andere zaal met een ander achtergrondmuziekje op de audiogids.
Bij gebrek aan ordelijk tentoongestelde volwassenen moeten de veertienjarigen het stellen met de exemplaren die zich in hun dagelijkse omgeving bewegen. Leraren bijvoorbeeld. Die zonder het te weten pure ontzetting uitlokken als blijkt dat ze vader of moeder van drie kinderen zijn. Want dat betekent dat ze minstens drie keer seks moeten hebben gehad. Terwijl één keer al volstrekt ondenkbaar is.
Volwassenen doen namelijk niet aan seks. Zeker niet als ze ouder dan dertig zijn. Daarvoor horen ze het te druk te hebben met boodschappen doen, koken, poetsen, tuinieren, en bovenal: oud zijn.
Zo zitten veertienjarige dochters van bijkletsende vriendinnen tijdens de schoolvakanties steevast opgescheept met een stel oudjes uit zaal vier van het natuurhistorisch museum. Gelukkig is er de smartphone om het contact met de levende generatie te onderhouden, maar helemaal hetzelfde is dat toch niet. Vooral niet wanneer moeders vriendinnen idiote vragen beginnen te stellen.
Op nummer één: ‘Heb je al een lief?’
De dochter rolt met haar ogen alsof we iets heel doms hebben gezegd, en verklaart: ‘Nee, ik ben een fixer.’
Niemand van de ouderlingen uit ons gezelschap weet wat dat is.
‘Ik zoek uit welk meisje welke jongen knap vindt. Dan ga ik dat tegen die jongen zeggen en vraag ik hem of hij haar ook mooi vindt. Als hij ja zegt, zeg ik dat dat meisje wel graag een keer met hem zou afspreken. Hij zegt dan bijvoorbeeld: ‘Waar wil ze dan heen?’ Waarop ik zeg dat ze eventueel een ijsje zouden kunnen gaan eten op een bepaalde plek. Daar kost het ijs anderhalve euro per bol en Ferrero is de lekkerste smaak. Of hij kan met haar naar de film als hij liever weinig wil praten maar wel een kans wil krijgen om te kussen. De jongen haalt dan meestal zijn schouders op en zegt: ‘Ik weet het niet.’
Ik ga dan weer naar het meisje en zeg dat die jongen met haar wil uitgaan, een ijsje eten of naar de film, zij mag kiezen. Gewoonlijk is dat het moment waarop de meisjes beginnen te gillen. ‘Echt?’ zeggen ze dan. ‘Wil hij me echt?’ Ik knik dan serieus.
Even later worden ze een koppel. Na een tijdje vraag ik hoe het met ze gaat en of er problemen zijn, want die help ik ook oplossen. Dat is een fixer.’
Stomverbaasd staren wij, oudjes, elkaar aan.
Tot het meisje zich plots heel diep over haar telefoon buigt en prevelt: ‘O nee, dat is mijn leraar Nederlands!’
Verderop nadert een niet onknappe, slanke dertiger het terras.
Ik hoop dat hij mij niet ziet’, zegt ze, ‘want dat is een rare. Die heeft een bult in zijn nek.’
De oudjes kijken.
En zien een doodnormale adamsappel.
Drie maanden later zie ik het meisje terug en vraag ik haar hoe het met haar leraar Nederlands gaat.
‘Je weet wel, die met zijn bult. Leeft die man nog?’
Ze kijkt me onderzoekend aan en begint dan hartelijk te lachen. 
0 Comments

    Auteur

    Katrien Van Effelterre
    °1979, Diest

    Archief

    Juli 2022
    April 2022
    November 2020
    September 2020
    Augustus 2020
    Juli 2020
    Juni 2020
    Mei 2020
    April 2020
    Maart 2020
    Februari 2020
    Januari 2020
    Augustus 2019
    April 2017
    September 2016
    Juni 2016
    Mei 2016
    April 2016
    Maart 2016
    Februari 2016
    Januari 2016
    December 2015
    Augustus 2015
    April 2015
    Maart 2015
    November 2014
    September 2014
    Juli 2014
    Mei 2014
    April 2014
    Maart 2014
    Februari 2014
    Januari 2014

    Categorieën

    Alles

    RSS-feed