Katrien Van Effelterre
  • Home
    • Contact
  • Thrillers
    • Onder Controle
    • Doodsengel
    • Restafval
    • Levend aas
    • Vossenspoor
  • Romans
    • De Ondraaglijke Zwaarte van het Geluk
  • Managementboeken
    • De man die nergens iets over te zeggen had
  • Blog

FLAT MET KNOPPEN

1/27/2020

0 Reacties

 
Dat hij laat was, vond Violette de slechtst denkbare reclame voor wat de man wilde verkopen. Serviceflats waren er immers voor mensen op leeftijd. Het enige wat deze mensen met zekerheid wisten, was dat het stuk leven dat ze nog tegoed hadden, korter zou zijn dan het stuk dat achter hen lag. Met die wetenschap was het volstrekt ongehoord om van een dame die alleen nog over dat kortere stuk beschikte, een halfuur te verbeuzelen.
‘Goeiemorgen mevrouw, ik ben Willem Delo’, zei de makelaar om halfelf.
Toen Violette de voordeur achter hem sloot, rinkelde zijn mobiele telefoon.
‘Sorry, deze moet ik even nemen.’
‘Ziezo’, zei de makelaar na het telefoontje, ‘nu moet ik alleen nog snel even naar het toilet.’
Toen Delo eindelijk tegenover haar zat, haalde hij twee glanzende documentatiemapjes uit zijn aktentas en schoof haar een exemplaar toe. Violette zag een laag wit flatgebouw, met aan de voorzijde een minuscuul perkje dat werd bewandeld door een glimlachend grijsharig paar uit een tekensoftwareprogramma voor architecten.
‘U bent alleenstaand?’ constateerde Delo meer dan dat hij het vroeg, terwijl hij zijn schaamteloze blik taxerend door de woonkamer liet dwalen.
‘Mijn man is overleden. Maar maakt u zich geen zorgen over mijn solvabiliteit. Dit huis is van mij, en daarnaast heb ik nog twee appartementen die ik verhuur aan jonge mensen. Uw leeftijd, schat ik.’
Delo glimlachte geforceerd en begon aan zijn verkoopspraatje.
Over de ligging, de prachtige terrassen, de nabijheid van een dokter, een ziekenhuis, en een supermarkt. Er waren flats van zestig, tachtig en honderd vierkante meter, met prijzen variërend van tweehonderddertig- tot driehonderdvijftigduizend euro. ‘Plus btw en vaste kosten, uiteraard.’
Violette concludeerde dat de prijs die ze voor haar huis zou krijgen, nauwelijks hoger zou liggen dan het bedrag dat ze voor zo’n flat moest ophoesten, terwijl deze plek veel groter en gerieflijker was. In combinatie met de ook al kortere duur van het tweede deel van haar leven vond ze dat een bijzonder oneerlijke deal.
‘De belangrijkste reden om te kiezen voor een serviceflat is natuurlijk de zorgcomponent. U zal zien, in een assistentiewoning is werkelijk aan alles gedacht.’
‘Waaraan dan precies, meneer Delo?’
‘Er is een poetsdienst, een was- en strijkservice, en een restaurant. Uiteraard volstaat de vaste maandelijkse bijdrage van bewoners ook voor het gewone onderhoud van de tuin, de gangen en de liften. Maar het allerbelangrijkste zijn de persoonlijke diensten. Daarvoor is iedere serviceflat voorzien van speciale knoppen.’
‘Knoppen?’
‘Ja, uitermate handig!’ reageerde de verkoper met de vanzelfsprekendheid van iemand die zelf al jaren van dat soort knoppen gebruik maakte.
‘Er is een knop voor het huisvuil. Als u die indrukt, dan komt er iemand langs om uw huisvuilzak op te halen zodat u die zelf niet naar buiten hoeft te sjouwen. Zo is er ook een knop voor technische defecten. Via die knop kan u een klusjesman oproepen, die een kapotte lamp komt vervangen of een lekkende kraan repareert, of een vakman inschakelt als hij de klus zelf niet kan klaren.’
‘Maar die vakman moet ik dan wel zelf betalen, toch?’
Schaapachtig was de glimlach die Delo daarop produceerde. ‘Vanzelfsprekend geldt dat voor iedere vakman, dus ook voor de klusjesman die verbonden is aan het complex. Maar u betaalt enkel voor de persoonlijke diensten wanneer u er ook daadwerkelijk gebruik van maakt. De voorziening van de dienstverlening zit namelijk al verrekend in de vaste maandelijkse bijdrage.’
Het volledige plaatje begon Violette te dagen.
‘De belangrijkste reden waarom mensen voor een assistentiewoning kiezen, is natuurlijk het risico op medische noodsituaties. Stelt u zich eens voor dat u plots onwel wordt, dan hoeft u in uw serviceflat alleen maar op de alarmknop drukken om binnen de kortste keren een arts te zien verschijnen.’
‘Zoals zo’n personenalarm van het ziekenfonds, bedoelt u? Mijn moeder droeg dat de hele tijd aan een touwtje om haar hals en het heeft twee keer haar leven gered.’
‘Precies’, praatte Delo er snel overheen, ‘dat soort service zit er automatisch allemaal bij, zonder touwtje en ziekenfonds bovendien. Met de juiste knoppen kan u volstrekt onafhankelijk zijn.
En dan hebben we het nog niet eens gehad over het sociale contact dat tussen de bewoners van een serviceflat ontstaat! Mensen bouwen daardoor vaak een heel nieuwe vriendenkring uit, die ze anders nooit zouden hebben gehad.’
‘Mmm’.
Als dat mensen waren die zich door kerels als hij hadden laten rekruteren, dan besloot ze dat haar huidige vriendenbestand ruimschoots voldeed.
Het voelde dan ook als een opluchting toen de makelaar weg was en Violette het gastentoilet ging inspecteren. Het toiletdeksel en de toiletbril waren omhoog geklapt. Het tapijtje was naar de muur geschoven en er zat een grote vouw in. Het wasbakje was kurkdroog en de handdoek onaangeroerd. Delo had een wanordelijk tafereel achtergelaten. Maar helaas geen knop waarmee de ruimte weer in haar oorspronkelijke ordelijke staat kon worden hersteld. 
0 Reacties

GA HEEN EN VERMENIGVULDIG U (NIET)

1/20/2020

0 Reacties

 
Alleen kinderloze vrouwen weten het. Hoe vaak je in het leven wordt gevraagd je te verantwoorden omdat je je niet hebt voortgeplant. De blik die bij die vraag hoort, verandert naargelang het cijfer dat vooraan je leeftijd staat. Is dat een twee, dan kijkt de vraagsteller opgewonden. Een beetje zoals een kind dat zijn sinterklaassnoep tegen de verwachting in al op vijf december hoopt te vinden. Is het een drie, dan wordt de blik even gespannen als de veer van een opwindbare klok. Bij de vier komt vaak een vleugje meewarigheid, die de volgende decennia koppig aanhoudt, zelfs als ze op geen enkele manier nodig is.
Aan mannen vragen ze het nooit. Misschien omdat mensen ervan uitgaan dat hun zaad altijd nog wel ergens wortel kan schieten, of dat misschien ‘en cours de route’ al heeft gedaan zonder dat de man in kwestie zich daarvan bewust is geweest.
Het gekke is dat niemand aan ouders durft te vragen waarom zij zich wél hebben voortgeplant. Hoewel niemand in tijden van overbevolking, begrotingstekort, drinkwaterschaarste, afsmelten van de ijskappen en vluchtelingenproblemen kan ontkennen dat dat een zeer pertinente vraag zou zijn. Geen enkel wereldprobleem zou namelijk bestaan als we met z’n allen minder mensen hadden geproduceerd.
Toch moeten mensen zich alleen maar verantwoorden als ze aan sluikstorten hebben gedaan, duiven in een grootstad hebben gevoederd – er zijn er namelijk al genoeg –, of iemand hebben neergeschoten.
‘Dus, waarom heb jij eigenlijk geen kinderen?’
Sommigen zie je het zich dan in stilte afvragen, of je soms een egoïst bent, omdat je al je tijd en geld voor jezelf wil en niet in crèches en iPhones voor twaalfjarigen wil investeren. Is dat dan werkelijk zo gek?
In ieder geval mag het duidelijk zijn. Dat de gekozen kinderloosheid een verantwoording moet krijgen. Misschien wel omdat ze haar tegenpool uitdaagt.
De tegenpool die getuigt van een optimisme dat even grenzeloos als dwaas is. Want de menselijke eindigheid verdwijnt heus niet door je genen een langer leven te geven. Evenmin als het leven meer zin krijgt door de zingevingsvraag naar de volgende generatie door te schuiven. Vroeg of laat komt het nageslacht daar zelf namelijk ook wel achter, dat het leven waarin het is gegooid, iedere intrinsieke zin mist.
Het heeft me ettelijke vervelende kinderloosheidsvragen gekost om het te begrijpen. Dat ouders achter hun vragen misschien wel zoeken naar argumenten voor hun eigen ouderschap. Omdat de vrijheid en de zorgeloosheid die ze vroeger bezaten, voorgoed verloren blijken.
Het is wetenschappelijk bewezen. Het mag niet te goed gaan met een mens, want dan raakt hij verveeld, en de verveling herinnert hem aan de zinloosheid van het bestaan. Daarom is een verveelde mens een gevaarlijke mens, die geneigd is zichzelf en anderen in de problemen te werken. Afhankelijk van de omgeving en de context stimuleert verveling de neiging tot pesten, frauderen of kinderen maken.
En rara, dat lukt! Zodra de eerste spruit is geboren, is de verveling is in één klap weg, en verlang je er de rest van leven tevergeefs naar terug.
Of hoe Arnon Grunberg schreef in Gstaadt:
‘Vluchten is net zoiets als het krijgen van kinderen. Je hoeft je nooit meer af te vragen, wie ben ik, wat doe ik hier, of, waartoe dient dit allemaal? De vlucht beantwoordt alle vragen. Het leven heeft geen doel meer nodig, eraan ontsnappen is doel genoeg.’
0 Reacties

PENDELAARSGEZWAM

1/14/2020

0 Reacties

 
Als je op zoek bent naar een plek waar mensen veertig jaar lang iedere ochtend en avond de meest banale conversaties voeren, dan moet je een treinabonnement nemen.
De effectiviteit van een koolhydraatvrij dieet. Zanderige verhalen uit all-inclusivehotels. De weekendinhoud van de pamper van de pasgeboren zoon. In de trein naar Brussel blijft geen detail je bespaard.
Er zitten toch steeds weer andere mensen?
Dat zou je denken.
Of dat ze in de loop van hun pendelcarrière ouder en wijzer worden en daarmee interessantere gespreksonderwerpen weten aan te snijden.
Vergeet het maar. Ze worden alleen maar ouder…
Zonder een boek dat interessant genoeg is om je geest van dat oeverloze gelul af te zonderen, stap je daarom het liefst bij het eerste station weer uit.
Ik kan het weten.
Want op een of andere manier raak ik namelijk altijd opgescheept met pendelaars die het de hele tijd over de geniale schoolprestaties van hun vijfjarige of over de keramische vloeren en superisolerende ramen in hun persoonlijke bouwprojecten hebben. En gek genoeg komen er altijd weer nieuwe. Nieuwe kinderen en projecten, al dan niet voorafgegaan door echtscheidingen, waardoor het leven één grote aaneenschakeling van kleuterexamenstress en bouwwerven zou lijken zonder een boek om in te vluchten.
Soms neem ik foto’s van sprekende passages en stuur ik die achteraf naar mensen door. Met een stuk uit ‘Vele hemels boven de zevende’ heb ik al vrienden ontroerd tot op een diepte waarvan ze niet wisten dat ze die bezaten.
Heerlijk zijn de brugdagen waarop iedereen vakantie neemt en ik werk. De stilte in een treinwagon is namelijk onbetaalbaar voor wie schrijft.
Het klopt niet dat ik graag vertel over het gewone leven van gewone mensen, omdat ze niet bestaan. Niet die levens en niet die mensen. Ik heb een neus voor de rauwe waarheid achter het pendelaarsgezwam. Voor de echte mens achter de façade, in al zijn schandalige, sublieme naaktheid. Ik schrijf over gezinnen en de individuen die ze vormen, al dan niet met tanend engagement. Over menselijke queesten om het leven betekenis te geven, over het slagen en mislukken daarvan, en over alle pijn en geluk onderweg.
‘Mededeling aan de reizigers. Door een storing aan een overweg, staat onze trein momenteel stil. We hopen zodadelijk onze reis te kunnen hervatten.’
Als de NMBS rollen plakband ter beschikking zou stellen, is dit het beste wat de pendelaars kan overkomen. Tijd en stilte.
Dertig jaar geleden deden sommige leraars in lagere scholen dat. De monden van babbelzieke kinderen dichtplakken. Ik denk dat onderwijsmensen daarvoor nu naar de gevangenis zouden worden gestuurd. Of naar Brussel worden overgeplaatst. Voor sommigen is dat nog erger. Anderen leven dan weer enorm op. Een publiek van een volledige treinwagon, vergeleken bij een klasje van twintig? Zelfs wanneer je stilstaat, is voor een pendelaar vooruitgang mogelijk. 
0 Reacties

DE HOMO FELIX

1/6/2020

0 Reacties

 
Ze heeft een dagboek en daar moet ze van haar psycholoog iedere dag iets positiefs in schrijven. Iets wat ze heeft beleefd of gevoeld of waar ze dankbaar om is.
Vandaag belt ze me op in tranen en zegt dat ze niet meer kan. Dat ze zoekt en zoekt, maar simpelweg niets positiefs kan vinden. Waardoor ze zich ondankbaar voelt. Want haar therapeut zou zeker zeggen dat er altijd iets gevonden kan worden. Wat dus betekent dat zij gewoon niet hard genoeg zoekt. Dat ze heeft gefaald. Zelfs bij het schrijven in haar eigen dagboek, dat moet wel het ultieme falen zijn. Met al dat falen in haar hoofd worstelt ze zich door de rest van de dag. Een dag die zonnig is, wat haar falen nog versterkt, want op zonnige dagen moet ze volgens haar therapeut naar buiten en iets ondernemen. Wat in de verste verte niet lukt, de gedachte alleen al zet de kraan open voor nieuwe tranen.
‘Er is niets dat moet’, zeg ik, en dan zwijgt ze. ‘Als je je vandaag ongelukkig voelt, dan is dat zo, en hoef je je daar niet tegen te verzetten.’
Dat ze een waardeloze psycholoog heeft, wil ik ook nog zeggen, maar ik houd me in. Dat mens doet vast haar best, ook al is dat nu net het probleem.
Dat alles het beste moet zijn, of op zijn minst goed.
Volgens mij komt het door al die herstructureringen, vooral die waarbij we God de gouden handdruk hebben gegeven. We danken U voor zoveel jaren trouwe dienst, maar nu kunnen we het verder alleen af. De homo sapiens  heeft afgedaan, we zijn nu aan een nieuwe productielijn toe. De homo felix, en die maken we helemaal zelf.
Omdat hij is ontworpen om gelukkig te zijn, verdraagt hij behalve gluten, lactose en pollen geen pijn, verdriet en ongeluk. Daar moet je dus niet mee komen aanzetten, als je erbij wil horen.
Heb je toch iets ergs meegemaakt, dan moet je zeggen dat je er sterker bent uitgekomen. Dat is de voorwaarde om je leed te mogen delen. Het is het sleutelwoord van de normaliteit, dat je constructief bent, niet bij de pakken blijft neerzitten, en vooral niet aan doodgaan denkt. Dood is voor losers, en bidden een vorm van zelfbedrog, een weigeren de verantwoordelijkheid voor je eigen leven op te nemen. Als je bidt, doe het dan tot jezelf, want jij bent de schepper van je bestaan.
Een bestaan zonder taboes nota bene, waarin je vrijelijk van geslacht mag veranderen, privacy even ouderwets is geworden als Facebook, en de meest idiote meningen mag ventileren.
Er is maar één lullig dingetje dat niet mag, en dat is ongelukkig zijn. Maar dat is geen probleem, want wie wil dat nu?
Je kan namelijk geen homo felix zijn zonder je gelukkig te voelen, want dan besta je niet.
En dat is nu net het probleem.
Dat we wel bestaan.
En er allemaal niks van bakken, af en toe of de hele tijd. Dat niemand überhaupt weet wát er gebakken moet worden.
En dat het heerlijk is om dat gevoel met elkaar te kunnen delen. Bij een haardvuur van brandende dagboeken.
Wedden dat we er niet sterker, maar pakken gelukkiger uit komen?

0 Reacties

January 01st, 2020

1/1/2020

0 Reacties

 

DAGBOEK VAN EEN VOLTIJDS MENS

Foto
Nieuwjaars- en verjaardagen hebben twee dingen gemeen. Ze gaan steevast gepaard met de consumptie van suiker en met de gedachte dat er weer een jaar aan duizelingwekkende snelheid voorbij is gegaan. Nochtans gaan alle jaren precies even snel en krijgen we er alleen om de vier jaar, in de schrikkeljaren zoals 2020, een dagje bij. Maar dat is beslist niet wat we bedoelen wanneer we ons afvragen waar al die voorbije tijd naartoe is gegaan. Of liever: wat we ermee hebben gedaan.
En daar wringt nu net het schoentje. Want natuurlijk hebben we al die dagen geleefd en heeft niemand ze ons stiekem ontstolen. We herinneren het ons alleen niet op die manier. Omdat we te weinig nieuwe dingen doen. Omdat routines zekerheid en comfort bieden, maar er ook voor zorgen dat iedere keer dat we hetzelfde op dezelfde manier en met hetzelfde resultaat doen, samen met die andere honderden keren tot één herinnering wordt versmolten.
Dus is het goed als we af en toe een keer iets anders doen, uit onze comfortzone stappen en een onbetreden pad opzoeken. En dat natuurlijk op een heel bewuste manier, zeggen de mindful-goeroes nu, maar laat mindfulness nu net iets zijn waar ik erg slecht in ben.
Beter ben ik in schrijven. En dat helpt. Ook, zeggen ze. Misschien zelfs nog beter.
Want enkele jaren geleden bedacht ik het plots. Dat ik het vreselijk zou vinden om op een dag oud te zijn en me te moeten afvragen waar mijn leven is gebleven. Hoe ik zover ben kunnen komen zonder het goed te beseffen. En of ik er wel genoeg mee heb gedaan, met dat leven. Want waarom herinnert een mens zich zo weinig, nog voordat hij dement geworden is?
Zelfbedrog, ja, dát is het. En wel van het soort dat ons onterecht erg ongelukkig kan maken.
Want we hebben al die dagen van ons leven weldegelijk beleefd en we zijn er op de best mogelijke manier mee omgegaan. Wat soms geen prettige manier was, omdat het simpelweg geen prettige dagen waren. Dagen met zorgen, problemen en obstakels. Ook dát was het leven, moeten we dan beseffen.
En dat we ze van ochtend tot avond, en soms ook van avond tot ochtend, hebben doorleefd, de dagen. Misschien moeten we daarom af en toe iets noteren. Op de ouderwetse manier op papier, of online voor de stukjes die anderen mogen meelezen.
Noteren om later met een milde glimlach te kunnen herlezen en te weten: o ja, dat was toen, die dag, dat was ik helemaal vergeten.
Want wie schrijft, die blijft. Zich herinneren hoe het was.
​
Gelukkig 2020 aan alle lezers!
0 Reacties

    Auteur

    Katrien Van Effelterre
    °1979, Diest

    Archief

    November 2020
    September 2020
    Augustus 2020
    Juli 2020
    Juni 2020
    Mei 2020
    April 2020
    Maart 2020
    Februari 2020
    Januari 2020
    Augustus 2019
    April 2017
    September 2016
    Juni 2016
    Mei 2016
    April 2016
    Maart 2016
    Februari 2016
    Januari 2016
    December 2015
    Augustus 2015
    April 2015
    Maart 2015
    November 2014
    September 2014
    Juli 2014
    Mei 2014
    April 2014
    Maart 2014
    Februari 2014
    Januari 2014

    Categorieën

    Alles

    RSS-feed