Katrien Van Effelterre
  • Home
    • Contact
  • Thrillers
    • Levend aas
    • Restafval
    • Doodsengel
    • Onder Controle
    • Vossenspoor
  • Romans
    • Rijp
    • De Ondraaglijke Zwaarte van het Geluk
  • Managementboeken
    • De man die nergens iets over te zeggen had
  • Blog

MAN ZKT. VROUW VOOR ONDERHANDELING

2/25/2020

0 Comments

 
Een druppel liefde is meer dan een oceaan verstand. De Franse filosoof Blaise Pascal wist het al in de zeventiende eeuw. Toen ijskappen en ozonlagen nog ongerept als jonge maagdenvliezen waren. Vier eeuwen later lijkt Cupido door de stijging van de zeespiegel als een drenkeling in die oceaan van verstand te zijn beland.
Veel liefdesdruppels houden we namelijk niet over als we onze digitale schermen moeten geloven. Maar verstand des te meer!
Vroeger zochten advertenties in kranten naar mannen of vrouwen om mee te corresponderen. Dat andere ‘c’-woord moest je toen nog tussen de regels lezen. Terwijl later het corresponderen verdween en de seks dan weer schaamteloos op de dating-app verscheen.
Maar in het nieuwe ‘sexy’ is zelfs de waanzin van de lust passé ten voordele van het verstand. Onderhandelen, daar draait het nu om. Wie hip wil zijn, valt niet meer ten prooi aan zijn hartstocht, maar is de consultant van zijn relatie. 
Niet verbazingwekkend natuurlijk als je een team van wetenschappers de opdracht geeft om voor jou de perfecte match uit te zoeken. Nadat de computer de profielen van duizenden kandidaten met elkaar heeft vergeleken, kringelt er witte rook boven het expertenconclaaf: Habemus hominem!
Het is zover: een verwachtingsvolle kandidaat wordt voorgesteld aan een geschikt exemplaar onder de homo sapiens. Dat laatste soms heel letterlijk te nemen. Niet de sapiens, maar de homo. Want het wil weleens aan mannelijkheid of vrouwelijkheid ontbreken bij de geslachten van wie je op biologische grond meer van het ene of het andere had verwacht. Moet je een blinde kijker zijn om dat niet op te merken?
Niet dat dat een probleem hoeft te zijn, want er is geen pasgehuwde die daarvan wakker ligt. Met een wildvreemde de lakens delen lukt verbazend goed zonder dat een sprankeltje passie de rust komt verstoren. Het moet immers groeien, hoor je de hele tijd, en dan gaat het niet over de jongeheer van meneer, maar over de band, die met gelijkenissen hier en verschillen daar na zes weken gedwongen cohabitatie tot een liefde voor het leven moet ontvlammen.
Is er op de huwelijksreis nog geen spoor van een vonk, dan is het tijd voor een communicatieoefening, zo herinneren we ons uit voorgaande experimenten.
‘Hoe ver sta jij nu met je gevoelens?’ vraagt manlief tussen twee happen pladijs. ‘Wat is er voor jou nog nodig om deze relatie te doen slagen?’
De romantiek van de plek wordt bedroevend bij zoveel ratio.
‘We zijn al goede vrienden’, zegt zij bedachtzaam, ‘en we denken over veel hetzelfde, dus het gevoel komt vast geleidelijk wel.’
Ze klinken, glimlachen dapper, en zien de zon wegzakken in een oceaan van verstand.
Daarna wordt het stil. Maar misschien is dat net goed.
Want als de liefde wil spreken, moet het verstand zwijgen. Hoe zou je anders Cupido’s roep in de golven moeten horen? 

0 Comments

HET LICHT GEZIEN

2/20/2020

0 Comments

 
Anderhalf uur autorijden voor een bezoek aan een meubelzaak die je alleen van de reclame op de radio kent, doe je normaal niet. Maar wanneer je op doorreis bent van een uitje naar Nederland, kan het wel.
En ze hebben best mooie dingen daar in Hulst, zo blijkt. Maar dat het misschien een gedoe is om een sofa in België te laten leveren, vraag je je dan af.
Een probleem dat zich echter niet stelt voor de twee staanlampen die op de weg naar de uitgang langs het wandelpad prijken, en nog wel in de auto zouden passen.
Hoeveel ze kosten, willen we weten, want er hangt geen prijskaartje aan vast. Een piepjonge, vriendelijke verkoper legt uit dat hij het even voor ons zal opzoeken. Drie minuten later keert hij terug, zonder prijs, maar wel met een collega in zijn kielzog. De hoop dat de collega het licht zou zien, blijkt echter tevergeefs, want ook zij kent naam noch prijs van de lampenset.
‘Neem deze mensen even mee naar de verlichtingsafdeling’, raadt ze de jonge verkoper aan, ‘daar kunnen ze vast helpen.’
‘Het lijkt een heel eind’, zegt hij tegen ons wanneer we de winkel doorkruisen, ‘maar we zijn er zo.’
‘Geeft niks’, stel ik hem luchtig gerust, ‘we zijn goede wandelaars!’
Hij glimlacht.
De vrouw die de leiding heeft over de verlichtingsafdeling, doet dat niet. Ze geeft ons een slap handje, en ziet er bepaald niet verheugd uit over het feit dat twee potentiële klanten naar haar toe zijn geleid.
‘Als we de lampen hier zien, kennen we meteen de prijs’, stelt de jonge vriendelijke verkoper optimistisch.
‘Áls jullie ze zien’, suggereert de dame sceptisch, met een accent dat een heimat in de Belgische stad der steden verraadt.
Ze krijgt gelijk, want we zien de lampen niet. Zij evenmin, voor zover ze kijkt.
Dynamisch en behulpzaam start de jongeman daarop een zoektocht op de computer van de verlichtingsafdeling. De dame staat erbij en lijkt de stille hoop te koesteren dat bij ons het licht vanzelf zal uitgaan.
De gegevens over de lampenset blijken onvindbaar.
‘We zijn bereid om het toonzaalmodel mee te nemen’, stellen wij voor, ‘welke prijs had u daarvoor in gedachten?’
De bazin van de verlichting kijkt ons aan alsof we net hebben voorgesteld in ruil voor de lampenset de hele toonzaal te stofzuigen en te dweilen.
‘Daarvan kan ab-so-lúút geen sprake zijn’, verklaart ze, ‘toonzaalmodellen worden nooit verkocht!’
Kennelijk staat het concept ‘winkel’ niet langer voor een plek waar je na een consensus over de prijs dingen kan kopen.
‘U kan uw gegevens achterlaten en dan contacteren we u nog wel als de gegevens over de lampenset nog kunnen worden teruggevonden.’
Dat vinden we jammer, aangezien we op doorreis zijn en nog een heel eind naar huis moeten rijden, waardoor we niet zomaar kunnen terugkeren.
Zonder te vragen waar we dan precies vandaan komen, zegt de vrouw: ‘Het is toch zeker wel niet het einde van de wereld!’
Niet waar zij vandaan komt, nee, daar ligt zonder enige twijfel  het begín van de wereld. Maar helaas niet van de beschaving.
De dame verdwijnt, de jonge vriendelijke verkoper houdt stand en blijft in de computer dapper zoeken naar gegevens over de lamp. Tevergeefs, maar zijn inspanningen zijn ontwapenend en een mooi staaltje van de klantvriendelijkheid die zijn verlichte collega ontbeert. Na hem hartelijk te hebben bedankt, vertrekken we huiswaarts.
Twee dagen later krijgen we een mail van de meubelzaak:
 
‘Beste,
 
U was afgelopen vrijdag bij ons in de winkel en was geïnteresseerd in een lamp. 
Ik heb het even uitgezocht en helaas blijkt deze lamp niet langer tot de collectie te behoren.
Ik mag u evenwel het showmodel meegeven. De lampen vormen een set die normaal 648 euro zou kosten. Ik mag ze enkel dit weekend meegeven met 50% korting, dus voor 324 euro.
Laat u me iets weten?’
 
Even zijn we met verstomming geslagen. Is het vandaag ‘haal-een-grap-uit-met-je-klant’-dag? Of knijpt de god van de verlichting voor de gelegenheid een oogje dicht? Dat moet dan wel, want want voorheen nog een halsmisdaad leek – verkoop van showroommodellen – kan nu plots wel. Maar alleen vandaag, dus moeten we ons reppen om 324 euro te mogen uitgeven en in totaal drie uur in de auto te kunnen zitten. Een verlichte geest kost geld, moeten ze daar in Hulst hebben gedacht. Of was het Antwerpen dat met dit royale voorstel kwam?
In ieder geval bedanken we liever voor dit buitenkansje. Ondankbaar ongetwijfeld, maar hoewel we niet aan het einde van de wereld wonen, is het moeilijk geworden om deze geweldige lampenset nog in een positief daglicht te kunnen zien. 

0 Comments

DE TUIN DER LIEFDE

2/13/2020

0 Comments

 
Ze zijn van alle tijden, de romantische verhalen over onvoorwaardelijke liefde en absolute overgave, die alleen de koelste kikkers onder het mensenras onverschillig laten.
Want ware liefde vinden, willen we dat niet allemaal?
Mensen willen haar vinden, als een kostbaar erts dat ergens ontgonnen wordt en waarmee ze de rest van hun leven, of op zijn minst een tijdlang, hun voordeel kunnen doen. Hamers, beitels en pikhouwelen zijn waardeloos voor deze goudzoekers, sociale vaardigheden, intelligentie en aantrekkelijkheid daarentegen onontbeerlijk en voldoende.
Toch?
Niet.
Doe eens een test. Vertel een willekeurig mens het gekste wat je ooit voor de liefde hebt gedaan.
Wacht dan drie seconden en kijk wat er gebeurt.
Nog voordat de drie seconden om zijn, gaat het gezicht van de toehoorder in de je-bent-gek-modus, waarbij hij met meewarig ongeloof verklaart: ‘Wow, jij moet die persoon dan toch wel héél graag hebben gezien!’
Hoewel dat wellicht het meest zinnige is dat je toehoorder tot op dat moment heeft gezegd, denkt hij er duidelijk nog steeds het zijne van.
‘Het staat zelfs in de Bijbel’, moet je dan zeggen. ‘De brief van Paulus aan de Korinthiërs. De liefde rekent het kwade niet aan. Alles verdraagt zij, alles gelooft zij, alles hoopt zij, alles verduurt zij.’
‘Maar dat is toch een carte blanche om mensen met je te laten sollen? Wie wordt daar nu gelukkig van? Er bestaat toch ook nog zoiets als zelfbehoud?’
‘Je vroeg me niet wat assertiviteit was, maar wat liefde was.’
De blik van je toehoorder spreekt nu boekdelen: jij bent een duidelijke bezitter van het soort van dwaasheid waarvoor je aanleg moet hebben. En misschien heeft hij wel gelijk. Dat liefde net zoals verslaving en wiskunde iets is waarvoor je aanleg moet hebben. En dat er misschien wel veel minder zulke mensen dan verslaafden of wiskundigen zijn.
Omdat liefde geven is. Zonder iets terug te willen krijgen. Want investeren is niet geven.
Wie echt bemint, is vanzelf royaal.
Wie echt bemint, is vanzelf kwetsbaar.
Wie echt bemint, is eigenaar van zijn liefde.
Door dat eigenaarschap kan hij zijn eigen liefde voelen en ervan genieten, zelfs als ze niet wederkerig is. Omdat in het minnen een intrinsiek geluk schuilt.
In iedere relatie is er een bloem en een tuinier, wordt weleens gezegd. Met de impliciete boodschap dat de tuinier aan het kortste eind trekt. Maar misschien is dat dus wel onzin. Misschien is de tuinier wel diegene die de liefde het meest intens beleeft, omdat hij het genot van het geven kent.
En daar zit nu net de angel.
Want veel mensen zijn misschien wel te egoïstisch om liefde te vinden, omdat ze niet geven kunnen.
Als ze na al hun zoeken nog steeds niet hebben gevonden, denken ze liefde te kunnen uitlokken met etentjes, concertjes, uitstapjes en andere gekochte romantiek.
‘Investeren in onze relatie’, noemen ze dat dan.
Maar de liefde is geen Dow Jones, en zelfs met het geweldigste recept valt geen stoofpot te maken als je geen enkel ingrediënt in huis hebt.
Liefde geven is ze vinden. Samen met de schoonheid en poëtiek in de dingen.
Zonder die perceptie zijn we allemaal slechts nietige, dolende zielen in een wereld zonder zin.
Dát is de reden waarom liefde de essentie is.
‘Als ik de liefde niet heb, ben ik een galmend bekken of een schelle cimbaal’, zegt de Bijbelse brief.
Misschien is het wel daarom zo dat de wereld van tijd tot tijd behoorlijk hol kan klinken…

0 Comments

SPECIAL FORCES

2/4/2020

0 Comments

 
Werken bij de special forces is een job apart.
Sinds Kamp Waes kent iedereen ze wel, de elitetroepen van het leger die met hun rode baretten hun leven riskeren in Syrië en Afghanistan.
Maar vergis je niet. De aanwezigheid van uitzonderlijk talent onder het menselijk ras is niet tot het leger beperkt.
In wezen beschikt iedere organisatie over haar eigen ‘special forces’. 
Als je er een beetje alert voor bent, traceer je ze zo.
Denk daarbij in het bijzonder aan vastbenoemde medewerkers van onderwijs- en overheidsorganisaties. Die zijn natuurlijk niet voor niets vastbenoemd. De oorsprong van het statuut ligt immers bij het veilig stellen van het personeelsbestand dat strikt noodzakelijk is om cruciale processen in ons land goed te laten draaien. Zulke mensen kan je niet verliezen zonder dat dat gevolgen heeft.
Wie daar niet van is overtuigd, heeft nog nooit een vakbondsafgevaardigde tegenover zich gehad.
De special forces van dat soort organisaties verdwijnen na pijnlijke evaluatie- en planningsgesprekken vaak tot twee jaar lang voor geheimzinnige missies waarvan niemand de ware toedracht kent. 
De ene spreekt over burn-out, de andere over depressie, en nog een andere over een zwaar rugletsel.
Werken bij de special forces heeft nu eenmaal een prijs. 
Langer dan twee jaar duren de missies zelden. De regelgeving voorziet namelijk dat het normale salaris niet voor een langere periode wordt uitbetaald. 
Maar ook buiten die missies moet een lid van de special forces flexibel zijn. Het gaat om mensen die op de meest variabele tijdstippen op hun werkpost verschijnen, soms na weinig of zelfs helemaal niet te hebben geslapen. 
Behalve in flexibiliteit moet je ook uitblinken in onzichtbaarheid. Eveneens in nachtzicht, want je leven speelt zich hoofdzakelijk 's nachts af. In cocktailbars en carnavalstenten die zich het hele jaar door voorbereiden op hun strategische missie. Kan je vervolgens de slaap niet meer vatten, dan zijn er hulpmiddelen. Ook de special forces hebben soms hulp nodig. Rode baret of niet, eronder zit nog altijd een mens. Hulp wordt geboden onder de vorm van sterke slaappillen, die bij voorkeur tegen de ochtend worden genomen. Zo duurt de onzichtbaarheid minstens tot de middag voort, waardoor het risico op saboterende opdrachten grotendeels kan worden vermeden. 
De belangrijkste vaardigheid situeert zich evenwel op het vlak van onderhandeling. Voor een lid van de special forces is onderhandeling dagelijkse kost. Na de middag, wanneer de pillen en alcohol zijn uitgewerkt, doet het piekuur der onderhandeling haar intrede, en dat op de meest diverse expertiseterreinen. Onderhandelen in de medische, syndicale, professionele, en zelfs juridische wereld moeten voor een special force-lid als een tweede natuur voelen. Er mag daarbij niet worden gebeten of met de ellebogen worden gestoten, maar voor de rest is alles toegestaan. Onbetrouwbare vriendjes, honden die al vijf keer gestorven zijn, en onverwerke trauma’s uit de kindertijd moeten zo frequent en efficiënt mogelijk worden gerecycleerd om hun onderhandelingswaarde optimaal ten gelde te maken. 
Kortom, niet iedereen is ervoor in de wieg gelegd, en wie aan de rekruteringsprocedure wil beginnen, moet alvast doorheen de medische keuring zijn geraakt. Zonder overgewicht, diabetes, of een geschiedenis van psycho-sociale problemen, wordt het een rondje voor niks en kan je beter een andere job zoeken. 

0 Comments

    Auteur

    Katrien Van Effelterre
    °1979, Diest

    Archief

    Juli 2022
    April 2022
    November 2020
    September 2020
    Augustus 2020
    Juli 2020
    Juni 2020
    Mei 2020
    April 2020
    Maart 2020
    Februari 2020
    Januari 2020
    Augustus 2019
    April 2017
    September 2016
    Juni 2016
    Mei 2016
    April 2016
    Maart 2016
    Februari 2016
    Januari 2016
    December 2015
    Augustus 2015
    April 2015
    Maart 2015
    November 2014
    September 2014
    Juli 2014
    Mei 2014
    April 2014
    Maart 2014
    Februari 2014
    Januari 2014

    Categorieën

    Alles

    RSS-feed