Ze zijn van alle tijden, de romantische verhalen over onvoorwaardelijke liefde en absolute overgave, die alleen de koelste kikkers onder het mensenras onverschillig laten.
Want ware liefde vinden, willen we dat niet allemaal?
Mensen willen haar vinden, als een kostbaar erts dat ergens ontgonnen wordt en waarmee ze de rest van hun leven, of op zijn minst een tijdlang, hun voordeel kunnen doen. Hamers, beitels en pikhouwelen zijn waardeloos voor deze goudzoekers, sociale vaardigheden, intelligentie en aantrekkelijkheid daarentegen onontbeerlijk en voldoende.
Toch?
Niet.
Doe eens een test. Vertel een willekeurig mens het gekste wat je ooit voor de liefde hebt gedaan.
Wacht dan drie seconden en kijk wat er gebeurt.
Nog voordat de drie seconden om zijn, gaat het gezicht van de toehoorder in de je-bent-gek-modus, waarbij hij met meewarig ongeloof verklaart: ‘Wow, jij moet die persoon dan toch wel héél graag hebben gezien!’
Hoewel dat wellicht het meest zinnige is dat je toehoorder tot op dat moment heeft gezegd, denkt hij er duidelijk nog steeds het zijne van.
‘Het staat zelfs in de Bijbel’, moet je dan zeggen. ‘De brief van Paulus aan de Korinthiërs. De liefde rekent het kwade niet aan. Alles verdraagt zij, alles gelooft zij, alles hoopt zij, alles verduurt zij.’
‘Maar dat is toch een carte blanche om mensen met je te laten sollen? Wie wordt daar nu gelukkig van? Er bestaat toch ook nog zoiets als zelfbehoud?’
‘Je vroeg me niet wat assertiviteit was, maar wat liefde was.’
De blik van je toehoorder spreekt nu boekdelen: jij bent een duidelijke bezitter van het soort van dwaasheid waarvoor je aanleg moet hebben. En misschien heeft hij wel gelijk. Dat liefde net zoals verslaving en wiskunde iets is waarvoor je aanleg moet hebben. En dat er misschien wel veel minder zulke mensen dan verslaafden of wiskundigen zijn.
Omdat liefde geven is. Zonder iets terug te willen krijgen. Want investeren is niet geven.
Wie echt bemint, is vanzelf royaal.
Wie echt bemint, is vanzelf kwetsbaar.
Wie echt bemint, is eigenaar van zijn liefde.
Door dat eigenaarschap kan hij zijn eigen liefde voelen en ervan genieten, zelfs als ze niet wederkerig is. Omdat in het minnen een intrinsiek geluk schuilt.
In iedere relatie is er een bloem en een tuinier, wordt weleens gezegd. Met de impliciete boodschap dat de tuinier aan het kortste eind trekt. Maar misschien is dat dus wel onzin. Misschien is de tuinier wel diegene die de liefde het meest intens beleeft, omdat hij het genot van het geven kent.
En daar zit nu net de angel.
Want veel mensen zijn misschien wel te egoïstisch om liefde te vinden, omdat ze niet geven kunnen.
Als ze na al hun zoeken nog steeds niet hebben gevonden, denken ze liefde te kunnen uitlokken met etentjes, concertjes, uitstapjes en andere gekochte romantiek.
‘Investeren in onze relatie’, noemen ze dat dan.
Maar de liefde is geen Dow Jones, en zelfs met het geweldigste recept valt geen stoofpot te maken als je geen enkel ingrediënt in huis hebt.
Liefde geven is ze vinden. Samen met de schoonheid en poëtiek in de dingen.
Zonder die perceptie zijn we allemaal slechts nietige, dolende zielen in een wereld zonder zin.
Dát is de reden waarom liefde de essentie is.
‘Als ik de liefde niet heb, ben ik een galmend bekken of een schelle cimbaal’, zegt de Bijbelse brief.
Misschien is het wel daarom zo dat de wereld van tijd tot tijd behoorlijk hol kan klinken…
Want ware liefde vinden, willen we dat niet allemaal?
Mensen willen haar vinden, als een kostbaar erts dat ergens ontgonnen wordt en waarmee ze de rest van hun leven, of op zijn minst een tijdlang, hun voordeel kunnen doen. Hamers, beitels en pikhouwelen zijn waardeloos voor deze goudzoekers, sociale vaardigheden, intelligentie en aantrekkelijkheid daarentegen onontbeerlijk en voldoende.
Toch?
Niet.
Doe eens een test. Vertel een willekeurig mens het gekste wat je ooit voor de liefde hebt gedaan.
Wacht dan drie seconden en kijk wat er gebeurt.
Nog voordat de drie seconden om zijn, gaat het gezicht van de toehoorder in de je-bent-gek-modus, waarbij hij met meewarig ongeloof verklaart: ‘Wow, jij moet die persoon dan toch wel héél graag hebben gezien!’
Hoewel dat wellicht het meest zinnige is dat je toehoorder tot op dat moment heeft gezegd, denkt hij er duidelijk nog steeds het zijne van.
‘Het staat zelfs in de Bijbel’, moet je dan zeggen. ‘De brief van Paulus aan de Korinthiërs. De liefde rekent het kwade niet aan. Alles verdraagt zij, alles gelooft zij, alles hoopt zij, alles verduurt zij.’
‘Maar dat is toch een carte blanche om mensen met je te laten sollen? Wie wordt daar nu gelukkig van? Er bestaat toch ook nog zoiets als zelfbehoud?’
‘Je vroeg me niet wat assertiviteit was, maar wat liefde was.’
De blik van je toehoorder spreekt nu boekdelen: jij bent een duidelijke bezitter van het soort van dwaasheid waarvoor je aanleg moet hebben. En misschien heeft hij wel gelijk. Dat liefde net zoals verslaving en wiskunde iets is waarvoor je aanleg moet hebben. En dat er misschien wel veel minder zulke mensen dan verslaafden of wiskundigen zijn.
Omdat liefde geven is. Zonder iets terug te willen krijgen. Want investeren is niet geven.
Wie echt bemint, is vanzelf royaal.
Wie echt bemint, is vanzelf kwetsbaar.
Wie echt bemint, is eigenaar van zijn liefde.
Door dat eigenaarschap kan hij zijn eigen liefde voelen en ervan genieten, zelfs als ze niet wederkerig is. Omdat in het minnen een intrinsiek geluk schuilt.
In iedere relatie is er een bloem en een tuinier, wordt weleens gezegd. Met de impliciete boodschap dat de tuinier aan het kortste eind trekt. Maar misschien is dat dus wel onzin. Misschien is de tuinier wel diegene die de liefde het meest intens beleeft, omdat hij het genot van het geven kent.
En daar zit nu net de angel.
Want veel mensen zijn misschien wel te egoïstisch om liefde te vinden, omdat ze niet geven kunnen.
Als ze na al hun zoeken nog steeds niet hebben gevonden, denken ze liefde te kunnen uitlokken met etentjes, concertjes, uitstapjes en andere gekochte romantiek.
‘Investeren in onze relatie’, noemen ze dat dan.
Maar de liefde is geen Dow Jones, en zelfs met het geweldigste recept valt geen stoofpot te maken als je geen enkel ingrediënt in huis hebt.
Liefde geven is ze vinden. Samen met de schoonheid en poëtiek in de dingen.
Zonder die perceptie zijn we allemaal slechts nietige, dolende zielen in een wereld zonder zin.
Dát is de reden waarom liefde de essentie is.
‘Als ik de liefde niet heb, ben ik een galmend bekken of een schelle cimbaal’, zegt de Bijbelse brief.
Misschien is het wel daarom zo dat de wereld van tijd tot tijd behoorlijk hol kan klinken…