Hij staart me grijnzend aan. De foto van de buurvrouw met de hoogblonde krullen, haar voeten in een plastic zwembadje, een gifgroene cocktail in haar hand.
‘Wat geniet ik van dit ge-wel-dige weekend! Laat de zomer nooit voorbijgaan!!’ Zeven mensen hebben het Facebook-bericht ge-‘liked’. De buurvrouw schreef er zelf LOL bij.
Ik moet bekennen dat ik er nog maar net achter ben dat dat letterwoord ‘laughing out loud’ betekent. En helemaal zeker ben ik er nog niet van. Er wordt immers niet luid gelachen aan de andere kant van het smeedijzeren hek. Geschreeuwd wel. Naar echtgenoot en tweeling. ‘Moet ik hier dan alles alleen doen! Heb jìj soms geen handen aan je lijf?’ Dat had hij wel. Handen. Heel actieve zelfs. Dat had hij bewezen met de vrouw van één van z’n tennismaatjes.
Dat vond zijn eigen vrouw niet leuk. Al is het haar nu beslist niet aan te zien, met dat fluorescerende drankje aan haar rood gestifte lippen. Op Facebook is het altijd feest.
Ik zucht en probeer te schrijven. Geen feestboek alsjeblieft. Dat verkoopt voor geen meter. Mensen willen over ellende, passie en moed lezen, en gelijk hebben ze. Als ze nog lezen ten minste. Want boeken doen het niet meer zo goed bij jongeren, volgens onderzoekster Cathy van Tuijl. Als dat jonge grut nog leest, dan doen ze dat vooral op sociale media. Dat belooft. Misschien kunnen alle auteurs beter meteen als cateraar aan de slag. Want werkelijk ie-de-reen is overal op ieder moment op een feestje. Eten, drank en lol trekken de bestsellerlijst.
Geen lol maar lef heb je nodig om vandaag te zeggen dat je niet gelukkig bent. De allergie voor ongeluk is groter dan heel Nederlands lactose-, gluten-, en huisstofmijtintolerantie bij elkaar.
Ze weten niet hoe wreed ze zijn, de mensen die zeggen ‘Ik wil dat je gelukkig bent’, om hun sociaal comfort te beschermen. Als de dood zijn ze om in de spiegel hun eigen plastic geluk te zien wegsmelten.
‘Misschien moet je gaan praten met een therapeut’, opperen ze dan. Maar laat mìj vooral met rust.
Het isolement van de ongelukkigen is daarmee een feit. Net zoals de stijgende zelfmoordcijfers.
“Hoe kan dat nu?? Heeft hij een brief achtergelaten?”
“Nee, alleen een ‘vind-ik-leuk’.”
Terwijl het burenlawaai na een slaande deur verstomt, begin ik te typen. Ik bewonder ze, de mensen die lak hebben aan verplicht geluk. Zij zijn de helden uit de boeken van het leven. Ongrijpbare liefde, wanhoop, verdriet, tranen en strijd; in een goed boek ben je ten minste niet de enige met een probleem. Bovendien kan niemand aan de tijdslijn sjorren en kunnen er – godzijdank – geen vrienden worden toegevoegd. De plot zou helemaal de mist in gaan met vier extra moordenaars en een slachtoffer dat alles ‘leuk vindt’.
Niets beters, aan mijn kant van het hek, dan een goed boek waarin alles goed fout gaat en aan het einde door volharding en durf weer goed komt. Beter dan ooit tevoren.
Dàt vind ik ECHT leuk.
‘Wat geniet ik van dit ge-wel-dige weekend! Laat de zomer nooit voorbijgaan!!’ Zeven mensen hebben het Facebook-bericht ge-‘liked’. De buurvrouw schreef er zelf LOL bij.
Ik moet bekennen dat ik er nog maar net achter ben dat dat letterwoord ‘laughing out loud’ betekent. En helemaal zeker ben ik er nog niet van. Er wordt immers niet luid gelachen aan de andere kant van het smeedijzeren hek. Geschreeuwd wel. Naar echtgenoot en tweeling. ‘Moet ik hier dan alles alleen doen! Heb jìj soms geen handen aan je lijf?’ Dat had hij wel. Handen. Heel actieve zelfs. Dat had hij bewezen met de vrouw van één van z’n tennismaatjes.
Dat vond zijn eigen vrouw niet leuk. Al is het haar nu beslist niet aan te zien, met dat fluorescerende drankje aan haar rood gestifte lippen. Op Facebook is het altijd feest.
Ik zucht en probeer te schrijven. Geen feestboek alsjeblieft. Dat verkoopt voor geen meter. Mensen willen over ellende, passie en moed lezen, en gelijk hebben ze. Als ze nog lezen ten minste. Want boeken doen het niet meer zo goed bij jongeren, volgens onderzoekster Cathy van Tuijl. Als dat jonge grut nog leest, dan doen ze dat vooral op sociale media. Dat belooft. Misschien kunnen alle auteurs beter meteen als cateraar aan de slag. Want werkelijk ie-de-reen is overal op ieder moment op een feestje. Eten, drank en lol trekken de bestsellerlijst.
Geen lol maar lef heb je nodig om vandaag te zeggen dat je niet gelukkig bent. De allergie voor ongeluk is groter dan heel Nederlands lactose-, gluten-, en huisstofmijtintolerantie bij elkaar.
Ze weten niet hoe wreed ze zijn, de mensen die zeggen ‘Ik wil dat je gelukkig bent’, om hun sociaal comfort te beschermen. Als de dood zijn ze om in de spiegel hun eigen plastic geluk te zien wegsmelten.
‘Misschien moet je gaan praten met een therapeut’, opperen ze dan. Maar laat mìj vooral met rust.
Het isolement van de ongelukkigen is daarmee een feit. Net zoals de stijgende zelfmoordcijfers.
“Hoe kan dat nu?? Heeft hij een brief achtergelaten?”
“Nee, alleen een ‘vind-ik-leuk’.”
Terwijl het burenlawaai na een slaande deur verstomt, begin ik te typen. Ik bewonder ze, de mensen die lak hebben aan verplicht geluk. Zij zijn de helden uit de boeken van het leven. Ongrijpbare liefde, wanhoop, verdriet, tranen en strijd; in een goed boek ben je ten minste niet de enige met een probleem. Bovendien kan niemand aan de tijdslijn sjorren en kunnen er – godzijdank – geen vrienden worden toegevoegd. De plot zou helemaal de mist in gaan met vier extra moordenaars en een slachtoffer dat alles ‘leuk vindt’.
Niets beters, aan mijn kant van het hek, dan een goed boek waarin alles goed fout gaat en aan het einde door volharding en durf weer goed komt. Beter dan ooit tevoren.
Dàt vind ik ECHT leuk.