Geprononceerde kaaklijn. Stoppelbaardje. Diepzinnige, intrigerende blik. Stevige kont. Gespierde benen, die een zelfzeker loopje laten zien zonder arrogant te zijn. Géén ‘manbag’ alsjeblieft, voor portefeuilles en telefoons moet een man in staat zijn andere oplossingen te vinden. Als ze vroeger bizons konden elimineren, moeten ze vandaag dit toch nog kunnen. En dat doen ze ook, veel meer dan dat meestal ook, de aantrekkelijk veelzijdige masculiene exemplaren van onze menselijke soort.
We hebben dan ook niets te klagen over de meest geslaagd uitgevallen producten van hedendaagse mannelijkheid, die niet alleen de kracht van kwetsbaarheid kennen en hun gevoelens onder woorden weten te brengen, maar daarnaast ook hun viriliteit op een goedgeklede manier weten uit te spelen.
Een zaligheid voor mevrouw Yin die haar Yang heeft gevonden.
Tot ze hem voor een relatie heeft gestrikt.
De eerste weken gaat het nog goed, wanneer het contact bol staat van de erotische spanning en de lucht tussen hem en haar knettert van de elektriciteit. Want de zo gegeerde passie teert op het niet-vertrouwde, het uitdagende, het spannende.
Wat er daarna vaak gebeurt, is dan ook haast onbegrijpelijk. Het is als verliefd worden op een adelaar en er dan een kanarie in een kooitje van willen maken. Want de leverancier van sterke, attractieve, gezonde genen, moet een beetje kind worden nog voordat er een kind is gemaakt.
Waar is hij gebleven, die ontzagwekkende spetter met het stevige sporterslijf die in de naam der lust veroverd moest worden?
Gedwee zit hij op de bank in zijn flanellen pyjama met stripfiguurtjes die hij voor Valentijn heeft gekregen. Want hij is nu Koekie geworden. Koekie met het schattige Pietje, van wie de scheetjes zo liefdevol worden onthaald dat de producent ook gewoon Scheteke had kunnen heten. Zoals het andere voorheen viriele mannen daadwerkelijk vergaat. Zij heten écht Scheetje, of Poepie, of Bolleke, Schattenbol, Beertje, Baby of Keuteltje. Wie geluk heeft, mag nog even Cowboy of Zorro zijn, tot het scenario van die fictieve helden tot een echt baby’tje met echte keuteltjes heeft geleid. Dan voltrekt zich het tweede keerpunt en vervliegt het laatste restje viriliteit in Papaatje, die zich steeds moeilijker kan herinneren hoe zijn liefje heette voordat zij Mamaatje werd.
Daar stopt de metamorfose van de namen der viriliteit. Papaatje blijf je nu eenmaal voor het leven, dus kom je van die naam ook niet meer af.
Maar dat kan een vooruitgang zijn.
Bijvoorbeeld voor de zakenman die in zijn viriele maatpak al tien jaar iemands Poepie is geweest. Zelfs Hugo Boss is daartegen niet bestand.
Zo stond een vrouw een keer bij een kapperszaak voor het maken van een afspraak voor Benjamin, haar slanke Afghaan. Een windhond welteverstaan, die nìet Scheteke hoefde te heten.
De kapster had het even druk met haar eigen honden, twee levendige chihuahua’s, die midden in een gevecht waren beland en dringend uit elkaar moesten worden gehaald.
‘Snoopy, kom je even naar beneden?’ riep de kapster zenuwachtig in de richting van de trap.
‘Sorry hoor, ik neem zodadelijk mijn agenda erbij.’
‘Geen punt’, zei het baasje van de Afghaan, ‘hoe meer zielen, hoe meer vreugd’, zei ze een beetje overmoedig, omdat ze ook wel wist dat Benjamin het lang niet met alle hondachtige soortgenoten kon vinden.
Even later verscheen Snoopy met tegenzin in het salon. Hij droeg een klassieke grijze broek die voor een veel oudere man was bedoeld, en zijn gezicht was bleek en bedremmeld, zelfs de schaamte kon er al lang geen wortel meer op schieten toen hij zei: ‘Wat is er, Zoetje? Doen Kobus en Fidel weer moeilijk?’
‘Ja, neem ze even mee naar boven, wil je? Ik kan zo echt niet werken. Misschien moeten we er toch eens over denken om ze te laten castreren.’
‘Ja, goed idee’, reageerde Snoopy die met een chihuahua onder iedere arm naar boven verdween. ‘Dat schijnt zeer effectief te zijn’.
We hebben dan ook niets te klagen over de meest geslaagd uitgevallen producten van hedendaagse mannelijkheid, die niet alleen de kracht van kwetsbaarheid kennen en hun gevoelens onder woorden weten te brengen, maar daarnaast ook hun viriliteit op een goedgeklede manier weten uit te spelen.
Een zaligheid voor mevrouw Yin die haar Yang heeft gevonden.
Tot ze hem voor een relatie heeft gestrikt.
De eerste weken gaat het nog goed, wanneer het contact bol staat van de erotische spanning en de lucht tussen hem en haar knettert van de elektriciteit. Want de zo gegeerde passie teert op het niet-vertrouwde, het uitdagende, het spannende.
Wat er daarna vaak gebeurt, is dan ook haast onbegrijpelijk. Het is als verliefd worden op een adelaar en er dan een kanarie in een kooitje van willen maken. Want de leverancier van sterke, attractieve, gezonde genen, moet een beetje kind worden nog voordat er een kind is gemaakt.
Waar is hij gebleven, die ontzagwekkende spetter met het stevige sporterslijf die in de naam der lust veroverd moest worden?
Gedwee zit hij op de bank in zijn flanellen pyjama met stripfiguurtjes die hij voor Valentijn heeft gekregen. Want hij is nu Koekie geworden. Koekie met het schattige Pietje, van wie de scheetjes zo liefdevol worden onthaald dat de producent ook gewoon Scheteke had kunnen heten. Zoals het andere voorheen viriele mannen daadwerkelijk vergaat. Zij heten écht Scheetje, of Poepie, of Bolleke, Schattenbol, Beertje, Baby of Keuteltje. Wie geluk heeft, mag nog even Cowboy of Zorro zijn, tot het scenario van die fictieve helden tot een echt baby’tje met echte keuteltjes heeft geleid. Dan voltrekt zich het tweede keerpunt en vervliegt het laatste restje viriliteit in Papaatje, die zich steeds moeilijker kan herinneren hoe zijn liefje heette voordat zij Mamaatje werd.
Daar stopt de metamorfose van de namen der viriliteit. Papaatje blijf je nu eenmaal voor het leven, dus kom je van die naam ook niet meer af.
Maar dat kan een vooruitgang zijn.
Bijvoorbeeld voor de zakenman die in zijn viriele maatpak al tien jaar iemands Poepie is geweest. Zelfs Hugo Boss is daartegen niet bestand.
Zo stond een vrouw een keer bij een kapperszaak voor het maken van een afspraak voor Benjamin, haar slanke Afghaan. Een windhond welteverstaan, die nìet Scheteke hoefde te heten.
De kapster had het even druk met haar eigen honden, twee levendige chihuahua’s, die midden in een gevecht waren beland en dringend uit elkaar moesten worden gehaald.
‘Snoopy, kom je even naar beneden?’ riep de kapster zenuwachtig in de richting van de trap.
‘Sorry hoor, ik neem zodadelijk mijn agenda erbij.’
‘Geen punt’, zei het baasje van de Afghaan, ‘hoe meer zielen, hoe meer vreugd’, zei ze een beetje overmoedig, omdat ze ook wel wist dat Benjamin het lang niet met alle hondachtige soortgenoten kon vinden.
Even later verscheen Snoopy met tegenzin in het salon. Hij droeg een klassieke grijze broek die voor een veel oudere man was bedoeld, en zijn gezicht was bleek en bedremmeld, zelfs de schaamte kon er al lang geen wortel meer op schieten toen hij zei: ‘Wat is er, Zoetje? Doen Kobus en Fidel weer moeilijk?’
‘Ja, neem ze even mee naar boven, wil je? Ik kan zo echt niet werken. Misschien moeten we er toch eens over denken om ze te laten castreren.’
‘Ja, goed idee’, reageerde Snoopy die met een chihuahua onder iedere arm naar boven verdween. ‘Dat schijnt zeer effectief te zijn’.