Ze heeft een dagboek en daar moet ze van haar psycholoog iedere dag iets positiefs in schrijven. Iets wat ze heeft beleefd of gevoeld of waar ze dankbaar om is.
Vandaag belt ze me op in tranen en zegt dat ze niet meer kan. Dat ze zoekt en zoekt, maar simpelweg niets positiefs kan vinden. Waardoor ze zich ondankbaar voelt. Want haar therapeut zou zeker zeggen dat er altijd iets gevonden kan worden. Wat dus betekent dat zij gewoon niet hard genoeg zoekt. Dat ze heeft gefaald. Zelfs bij het schrijven in haar eigen dagboek, dat moet wel het ultieme falen zijn. Met al dat falen in haar hoofd worstelt ze zich door de rest van de dag. Een dag die zonnig is, wat haar falen nog versterkt, want op zonnige dagen moet ze volgens haar therapeut naar buiten en iets ondernemen. Wat in de verste verte niet lukt, de gedachte alleen al zet de kraan open voor nieuwe tranen.
‘Er is niets dat moet’, zeg ik, en dan zwijgt ze. ‘Als je je vandaag ongelukkig voelt, dan is dat zo, en hoef je je daar niet tegen te verzetten.’
Dat ze een waardeloze psycholoog heeft, wil ik ook nog zeggen, maar ik houd me in. Dat mens doet vast haar best, ook al is dat nu net het probleem.
Dat alles het beste moet zijn, of op zijn minst goed.
Volgens mij komt het door al die herstructureringen, vooral die waarbij we God de gouden handdruk hebben gegeven. We danken U voor zoveel jaren trouwe dienst, maar nu kunnen we het verder alleen af. De homo sapiens heeft afgedaan, we zijn nu aan een nieuwe productielijn toe. De homo felix, en die maken we helemaal zelf.
Omdat hij is ontworpen om gelukkig te zijn, verdraagt hij behalve gluten, lactose en pollen geen pijn, verdriet en ongeluk. Daar moet je dus niet mee komen aanzetten, als je erbij wil horen.
Heb je toch iets ergs meegemaakt, dan moet je zeggen dat je er sterker bent uitgekomen. Dat is de voorwaarde om je leed te mogen delen. Het is het sleutelwoord van de normaliteit, dat je constructief bent, niet bij de pakken blijft neerzitten, en vooral niet aan doodgaan denkt. Dood is voor losers, en bidden een vorm van zelfbedrog, een weigeren de verantwoordelijkheid voor je eigen leven op te nemen. Als je bidt, doe het dan tot jezelf, want jij bent de schepper van je bestaan.
Een bestaan zonder taboes nota bene, waarin je vrijelijk van geslacht mag veranderen, privacy even ouderwets is geworden als Facebook, en de meest idiote meningen mag ventileren.
Er is maar één lullig dingetje dat niet mag, en dat is ongelukkig zijn. Maar dat is geen probleem, want wie wil dat nu?
Je kan namelijk geen homo felix zijn zonder je gelukkig te voelen, want dan besta je niet.
En dat is nu net het probleem.
Dat we wel bestaan.
En er allemaal niks van bakken, af en toe of de hele tijd. Dat niemand überhaupt weet wát er gebakken moet worden.
En dat het heerlijk is om dat gevoel met elkaar te kunnen delen. Bij een haardvuur van brandende dagboeken.
Wedden dat we er niet sterker, maar pakken gelukkiger uit komen?
Vandaag belt ze me op in tranen en zegt dat ze niet meer kan. Dat ze zoekt en zoekt, maar simpelweg niets positiefs kan vinden. Waardoor ze zich ondankbaar voelt. Want haar therapeut zou zeker zeggen dat er altijd iets gevonden kan worden. Wat dus betekent dat zij gewoon niet hard genoeg zoekt. Dat ze heeft gefaald. Zelfs bij het schrijven in haar eigen dagboek, dat moet wel het ultieme falen zijn. Met al dat falen in haar hoofd worstelt ze zich door de rest van de dag. Een dag die zonnig is, wat haar falen nog versterkt, want op zonnige dagen moet ze volgens haar therapeut naar buiten en iets ondernemen. Wat in de verste verte niet lukt, de gedachte alleen al zet de kraan open voor nieuwe tranen.
‘Er is niets dat moet’, zeg ik, en dan zwijgt ze. ‘Als je je vandaag ongelukkig voelt, dan is dat zo, en hoef je je daar niet tegen te verzetten.’
Dat ze een waardeloze psycholoog heeft, wil ik ook nog zeggen, maar ik houd me in. Dat mens doet vast haar best, ook al is dat nu net het probleem.
Dat alles het beste moet zijn, of op zijn minst goed.
Volgens mij komt het door al die herstructureringen, vooral die waarbij we God de gouden handdruk hebben gegeven. We danken U voor zoveel jaren trouwe dienst, maar nu kunnen we het verder alleen af. De homo sapiens heeft afgedaan, we zijn nu aan een nieuwe productielijn toe. De homo felix, en die maken we helemaal zelf.
Omdat hij is ontworpen om gelukkig te zijn, verdraagt hij behalve gluten, lactose en pollen geen pijn, verdriet en ongeluk. Daar moet je dus niet mee komen aanzetten, als je erbij wil horen.
Heb je toch iets ergs meegemaakt, dan moet je zeggen dat je er sterker bent uitgekomen. Dat is de voorwaarde om je leed te mogen delen. Het is het sleutelwoord van de normaliteit, dat je constructief bent, niet bij de pakken blijft neerzitten, en vooral niet aan doodgaan denkt. Dood is voor losers, en bidden een vorm van zelfbedrog, een weigeren de verantwoordelijkheid voor je eigen leven op te nemen. Als je bidt, doe het dan tot jezelf, want jij bent de schepper van je bestaan.
Een bestaan zonder taboes nota bene, waarin je vrijelijk van geslacht mag veranderen, privacy even ouderwets is geworden als Facebook, en de meest idiote meningen mag ventileren.
Er is maar één lullig dingetje dat niet mag, en dat is ongelukkig zijn. Maar dat is geen probleem, want wie wil dat nu?
Je kan namelijk geen homo felix zijn zonder je gelukkig te voelen, want dan besta je niet.
En dat is nu net het probleem.
Dat we wel bestaan.
En er allemaal niks van bakken, af en toe of de hele tijd. Dat niemand überhaupt weet wát er gebakken moet worden.
En dat het heerlijk is om dat gevoel met elkaar te kunnen delen. Bij een haardvuur van brandende dagboeken.
Wedden dat we er niet sterker, maar pakken gelukkiger uit komen?