Wie schrijft, die blijft, zeggen ze, maar misschien is het bij mij wel net omgekeerd.
Zolang ik blijf, moet ik schrijven.
Neem ik me voor het een tijdlang niet te doen, dan begin ik steeds toch weer. Niet eens om gelezen te worden, maar omdat ik er inmiddels achter ben dat het mijn enige manier is van ‘zijn’. Want mijn gedachten zijn nooit af zonder dat ze in zinnen zijn gegoten, zinnen die nieuwe betekenislagen onthullen en daarmee als het ware ‘zin’ geven aan wat zinloos is en dat zonder zinnen ook zou blijven.
En het is zover, mijn nieuwste boek is er. Geen thriller deze keer, maar een rasechte psychologische roman. Na al die lichamen op zijn snijtafel had Berndt Friedelsen nood aan vakantie. Waar hij nu met volle teugen van geniet. Misschien mist hij het wel, het snijden, het mysterie van steeds weer een nieuwe zaak.
Of wie weet, misschien vindt hij elders een heel nieuwe vorm van geluk.
Redelijkerwijs kan je verwachten dat het leven duidelijker wordt naarmate je er meer ervaring mee hebt. Maar zo voelt het niet voor toppsychiater Michael Dieudonné, die op zijn zevenenveertigste minder van het leven begrijpt dan hij ooit heeft gedaan. Al helemaal in tijden waarin de maakbaarheid van het geluk luidkeels wordt verkondigd en ongeluk dus wel het gevolg van persoonlijk falen moet zijn.
Het gewone gelukkige leven van gewone gelukkige mensen, bestaat dat wel?
Niet in dit boek, dat gaat over de echte mens achter de façade, in al zijn schandalige, sublieme naaktheid. Deze roman is als het zwijn dat de zwarte truffel zoekt, aards, op het stinkende af, gistend tussen de grillige boomwortels van het duistere sociale bos, maar o zo kostbaar, omdat ze de essentie bevat.
De Ondraaglijke Zwaarte van het Geluk gaat over gezinnen en de individuen die ze vormen, al dan niet met tanend engagement. Over menselijke queesten om het leven betekenis te geven, over het slagen en mislukken daarvan, en over alle pijn en geluk onderweg.
Nu al online te koop, onder meer via bol.com of Standaard Boekhandel, boekvoorstelling volgt op nader te bepalen datum, na corona.
Zolang ik blijf, moet ik schrijven.
Neem ik me voor het een tijdlang niet te doen, dan begin ik steeds toch weer. Niet eens om gelezen te worden, maar omdat ik er inmiddels achter ben dat het mijn enige manier is van ‘zijn’. Want mijn gedachten zijn nooit af zonder dat ze in zinnen zijn gegoten, zinnen die nieuwe betekenislagen onthullen en daarmee als het ware ‘zin’ geven aan wat zinloos is en dat zonder zinnen ook zou blijven.
En het is zover, mijn nieuwste boek is er. Geen thriller deze keer, maar een rasechte psychologische roman. Na al die lichamen op zijn snijtafel had Berndt Friedelsen nood aan vakantie. Waar hij nu met volle teugen van geniet. Misschien mist hij het wel, het snijden, het mysterie van steeds weer een nieuwe zaak.
Of wie weet, misschien vindt hij elders een heel nieuwe vorm van geluk.
Redelijkerwijs kan je verwachten dat het leven duidelijker wordt naarmate je er meer ervaring mee hebt. Maar zo voelt het niet voor toppsychiater Michael Dieudonné, die op zijn zevenenveertigste minder van het leven begrijpt dan hij ooit heeft gedaan. Al helemaal in tijden waarin de maakbaarheid van het geluk luidkeels wordt verkondigd en ongeluk dus wel het gevolg van persoonlijk falen moet zijn.
Het gewone gelukkige leven van gewone gelukkige mensen, bestaat dat wel?
Niet in dit boek, dat gaat over de echte mens achter de façade, in al zijn schandalige, sublieme naaktheid. Deze roman is als het zwijn dat de zwarte truffel zoekt, aards, op het stinkende af, gistend tussen de grillige boomwortels van het duistere sociale bos, maar o zo kostbaar, omdat ze de essentie bevat.
De Ondraaglijke Zwaarte van het Geluk gaat over gezinnen en de individuen die ze vormen, al dan niet met tanend engagement. Over menselijke queesten om het leven betekenis te geven, over het slagen en mislukken daarvan, en over alle pijn en geluk onderweg.
Nu al online te koop, onder meer via bol.com of Standaard Boekhandel, boekvoorstelling volgt op nader te bepalen datum, na corona.