Dat ze toevallig net zonder schuimwijn zaten, maar in de plaats daarvan een fles champagne konden brengen, verkondigde mevrouw ‘den Duits’ in een protserig Ardens kasteel waarover ik eerder al schreef.
Dat de ironie van het lot soms doet glimlachen, zo bleek afgelopen week in het Duitse Zwarte Woud, waar de schuimwijn allesbehalve op bleek. Hetzelfde gold voor gin & tonic, vlierbloesemsiroop, cassislikeur en Pimm’s, het befaamde drankje dat op geen enkel zichzelf respecterend Brits evenement ontbreekt. Als voormalig manager van de Royal Ascott Races kan gastheer Thomas het weten. Niet dat wij dat snel te weten komen, want zijn hallucinante palmares blijft discreet verscholen onder gedistingeerde bescheidenheid. Wat deze B&B meteen in schril contrast plaatst met al die plekken waarvan de omhooggevallen bewoners zichzelf zo belangrijk vinden. Niet hier, waar Andrew zes jaar geleden met zijn auto uit het Verenigd Koninkrijk kwam, met als bagage een kat en een doos vol kuikentjes, en geen idee hoe hij de oude kachel aan de praat moest krijgen om het huis op de beboste bergflank te verwarmen.
Na hard labeur en liefde voor de natuur, groeide de ark van de Moosbach Garden uit tot een paradijselijke Engelse tuin waar kippen, ganzen, schaapjes, border collie Luna, maltezer Chico en kater Bramble vast moeten denken dat ze al gestorven zijn en in de hemel zijn beland.
Omdat de rijpe perziken, courgettes en andere zelfgekweekte vruchten van het land niet vanzelf op borden belanden, is gastheer Thomas voortdurend in de weer. Hij doet alsof het allemaal weinig voorstelt, maar wie iets van koken kent, weet hoeveel tijd en toewijding gaan naar zelfgemaakte kaassoufflés, brownies, ijs, perfect gegrilde vleesjes en visjes, ontbijtbroodjes, konfituurtjes, chutneys, brioches, pesto’s en pasta’s.
Na een uitgebreid ontbijt is Thomas steevast royaal met wandeltips en routebeschrijvingen die hij zelfs keurig voor je print. Want geen enkele moeite is hem teveel om het zijn gasten naar de zin te maken.
Ergens tussen vijf en halfzeven dringen onweerstaanbare keukengeuren langs de kieren onder de deuren de gastenkamers binnen, om hun tijdelijke bewoners voor het aperitief naar beneden te lokken. Na een drankje in de tuin met een gemoedelijke bespreking van de dag, verdwijnt Thomas naar de keuken om de laatste hand te leggen aan het diner. Vier exquise gangen, vergezeld van wijn en water, zijn inbegrepen bij half pension dat minstens voor de helft uit de biologische tuin komt.
Waar al die culinaire skills en savoir-vivre vandaan komen, daar heb je als gast het raden naar, enkel een zeldzame verspreking zet de aandachtige luisteraar op het juiste pad naar een verbluffende achtergrond.
Of hoe echt meesterschap geen pronkzucht behoeft.
Tussen echinacea, dahlia, zonnebloem en oude rozensoorten trippelt Luna enthousiast mee met haar speeltje, dat ze met hoopvolle blik bij je voeten neerlegt. Een wandeling meer kan er hier altijd nog bij, moet ze denken, voor wandelaars die twintig kilometer planden, maar met de teller op dertig terugkeerden, omdat bordjes nu eenmaal niet altijd goed zichtbaar zijn voor wie zich graag vergaapt aan de mooie landschappen op de bospaadjes naar Gengenbach. Of Nordrach. Of Biberach. Of Oberharmersbach. Bacchus blijkt hier overal thuis in het land van kwaliteit en gemoedelijkheid.
Zelfs aan de Glaswaldsee die, wonderbaarlijk genoeg nog even ongerept als twintig jaar geleden, herinneringen oproept.
Het is een feit, sommige dingen gaan voorbij, maar er is veel dat blijft.
Zoals de waarde van authenticiteit op een plek waar een mens gewoon zichzelf kan zijn.
Dat de ironie van het lot soms doet glimlachen, zo bleek afgelopen week in het Duitse Zwarte Woud, waar de schuimwijn allesbehalve op bleek. Hetzelfde gold voor gin & tonic, vlierbloesemsiroop, cassislikeur en Pimm’s, het befaamde drankje dat op geen enkel zichzelf respecterend Brits evenement ontbreekt. Als voormalig manager van de Royal Ascott Races kan gastheer Thomas het weten. Niet dat wij dat snel te weten komen, want zijn hallucinante palmares blijft discreet verscholen onder gedistingeerde bescheidenheid. Wat deze B&B meteen in schril contrast plaatst met al die plekken waarvan de omhooggevallen bewoners zichzelf zo belangrijk vinden. Niet hier, waar Andrew zes jaar geleden met zijn auto uit het Verenigd Koninkrijk kwam, met als bagage een kat en een doos vol kuikentjes, en geen idee hoe hij de oude kachel aan de praat moest krijgen om het huis op de beboste bergflank te verwarmen.
Na hard labeur en liefde voor de natuur, groeide de ark van de Moosbach Garden uit tot een paradijselijke Engelse tuin waar kippen, ganzen, schaapjes, border collie Luna, maltezer Chico en kater Bramble vast moeten denken dat ze al gestorven zijn en in de hemel zijn beland.
Omdat de rijpe perziken, courgettes en andere zelfgekweekte vruchten van het land niet vanzelf op borden belanden, is gastheer Thomas voortdurend in de weer. Hij doet alsof het allemaal weinig voorstelt, maar wie iets van koken kent, weet hoeveel tijd en toewijding gaan naar zelfgemaakte kaassoufflés, brownies, ijs, perfect gegrilde vleesjes en visjes, ontbijtbroodjes, konfituurtjes, chutneys, brioches, pesto’s en pasta’s.
Na een uitgebreid ontbijt is Thomas steevast royaal met wandeltips en routebeschrijvingen die hij zelfs keurig voor je print. Want geen enkele moeite is hem teveel om het zijn gasten naar de zin te maken.
Ergens tussen vijf en halfzeven dringen onweerstaanbare keukengeuren langs de kieren onder de deuren de gastenkamers binnen, om hun tijdelijke bewoners voor het aperitief naar beneden te lokken. Na een drankje in de tuin met een gemoedelijke bespreking van de dag, verdwijnt Thomas naar de keuken om de laatste hand te leggen aan het diner. Vier exquise gangen, vergezeld van wijn en water, zijn inbegrepen bij half pension dat minstens voor de helft uit de biologische tuin komt.
Waar al die culinaire skills en savoir-vivre vandaan komen, daar heb je als gast het raden naar, enkel een zeldzame verspreking zet de aandachtige luisteraar op het juiste pad naar een verbluffende achtergrond.
Of hoe echt meesterschap geen pronkzucht behoeft.
Tussen echinacea, dahlia, zonnebloem en oude rozensoorten trippelt Luna enthousiast mee met haar speeltje, dat ze met hoopvolle blik bij je voeten neerlegt. Een wandeling meer kan er hier altijd nog bij, moet ze denken, voor wandelaars die twintig kilometer planden, maar met de teller op dertig terugkeerden, omdat bordjes nu eenmaal niet altijd goed zichtbaar zijn voor wie zich graag vergaapt aan de mooie landschappen op de bospaadjes naar Gengenbach. Of Nordrach. Of Biberach. Of Oberharmersbach. Bacchus blijkt hier overal thuis in het land van kwaliteit en gemoedelijkheid.
Zelfs aan de Glaswaldsee die, wonderbaarlijk genoeg nog even ongerept als twintig jaar geleden, herinneringen oproept.
Het is een feit, sommige dingen gaan voorbij, maar er is veel dat blijft.
Zoals de waarde van authenticiteit op een plek waar een mens gewoon zichzelf kan zijn.