De eerste mens die me bij het uitbrengen van een toost niet in de ogen kijkt, moet ik nog tegenkomen. Veel kans dat voor u hetzelfde geldt. Niet echter omdat Jan modaal zo’n groot kenner is van de etiquette, wel omdat hij op bepaalde terreinen bijgelovig genoeg is om het zekere voor het onzekere te nemen. Want niet kijken zou garant staan voor zeven jaar slechte seks.
Wie dat risico ooit heeft uitgevonden, moet een wel erg wanhopige etiquetteleraar zijn geweest. Hij mag dan wel in zijn opzet zijn geslaagd, als er bij het oogcontact ook geklonken wordt, klopt er toch iets niet. Of is de persoon met wie je seks zal hebben in ieder geval niet je drinkpartner. Tenzij je iemand bent die op gevaar kickt. Want sinds bij de Grieken en Romeinen gifmengen uitgroeide tot een soort van nationale sport, onstond de gewoonte om, door stevig te klinken, een beetje van elkaars wijn te vermengen, om het risico uit te sluiten dat de ander je wilde vergiftigen.
Toosten volgens de etiquette doe je zonder klinken, gewoon door het glas te heffen.
Omdat met de andere etiquetteregels op het eerste gezicht geen seks – goede of slechte – te verdienen valt, vinden velen ze aanstellerij.
Laat dat nu net dé reden zijn waarom hoffelijke mensen zoveel meer dan één streepje voor hebben. Want de oorsprong van de etiquette is allesbehalve snobisme, maar een manier om rekening te houden met de gevoelens van anderen en ervoor te zorgen dat niemand zich ongemakkelijk voelt. Wie respect belangrijk vindt, kan etiquette met andere woorden niet met de uitwerpselen van een mannelijke koe vergelijken zonder er zelf als een dwaze stier uit te komen.
Ik geef het toe: ik hou van mensen die tenminste een beetje van de etiquettekunst beheersen, omdat ze verfijnd en ontwikkeld zijn, en vooral omdat ze rekening houden met anderen, en dus ook met mij. Veel meer dan de gloednieuwste telefoon en de meest protserige auto, onderscheidt etiquette de mensen met smaak van de holbewoners.
Begrijp me niet verkeerd, ik ben niet allergisch voor de kleinste ‘faux pas’, want daarvoor ken ik de finesses van de zaak zelf niet genoeg. Maar ik weet wél dat je het broodje van je buur steelt als je naar het bordje rechts van je graait, dat je met bestek van buiten naar binnen werkt, en dat een wijnglas bij de voet moet worden vastgehouden. Dat je het brood niet snijdt, maar breekt, zoals Jezus deed, en dat je niet met peper en zout begint te strooien voordat je van het eten hebt geproefd. Dat laatste heb ik altijd irritant gevonden en blijkt volgens de etiquette ook echt beledigend te zijn, omdat je er zo van uit gaat dat de smaak van de gastvrouw of -heer wel te flets zal zijn. Voor dat soort mensen moet ik me altijd bedwingen om de soep niet extra kruidig te maken, en met een pittig lesje voor de fletse vooroordelen te komen.
Leuk om te weten is dat een servet tijdens het eten op je schoot ligt en pas aan het einde van de maaltijd weer op tafel komt. Op een bolletje gerold links van je bord. Leg je het rechts, dan geef je aan dat je wil blijven slapen (!) Wedden dat menig man déze regel moeiteloos zal onthouden?
Net zoals bij de servet en het bord loopt hijzelf in de regel links van de vrouw, zodat hij haar zijn rechterarm kan aanbieden. Tenzij ze daarmee wordt blootgesteld aan het gevaar van het straatverkeer, dan loopt hij rechts.
‘Dames eerst’ kent iedereen als het over deuren en slaapkameretiquette gaat… Maar weinigen weten dat de heer vooropgaat op onbekend of gevaarlijk terrein, zoals op café, in restaurants, of bij het betreden van de straat.
Ook op de trap loopt de man voorop. In het naar boven gaan om hem geen kans te geven onder de rokken te gluren, bij het afdalen om als buffer te dienen voor het geval zij valt. Dan valt ze namelijk op hem. Letterlijk, en misschien ook figuurlijk als bij bovenop al deze etiquette ook nog keurige kleren draagt, weet dat hij zijn vest moet dichtknopen zolang hij niet is gaan zitten, en de kunst van het complimenten geven verstaat.
Zie je wel, denkt hij aan het einde van zijn etiquette-examen, dat er een verband bestaat tussen de juiste manier om te toosten, en zeven jaar goede seks?
Wie dat risico ooit heeft uitgevonden, moet een wel erg wanhopige etiquetteleraar zijn geweest. Hij mag dan wel in zijn opzet zijn geslaagd, als er bij het oogcontact ook geklonken wordt, klopt er toch iets niet. Of is de persoon met wie je seks zal hebben in ieder geval niet je drinkpartner. Tenzij je iemand bent die op gevaar kickt. Want sinds bij de Grieken en Romeinen gifmengen uitgroeide tot een soort van nationale sport, onstond de gewoonte om, door stevig te klinken, een beetje van elkaars wijn te vermengen, om het risico uit te sluiten dat de ander je wilde vergiftigen.
Toosten volgens de etiquette doe je zonder klinken, gewoon door het glas te heffen.
Omdat met de andere etiquetteregels op het eerste gezicht geen seks – goede of slechte – te verdienen valt, vinden velen ze aanstellerij.
Laat dat nu net dé reden zijn waarom hoffelijke mensen zoveel meer dan één streepje voor hebben. Want de oorsprong van de etiquette is allesbehalve snobisme, maar een manier om rekening te houden met de gevoelens van anderen en ervoor te zorgen dat niemand zich ongemakkelijk voelt. Wie respect belangrijk vindt, kan etiquette met andere woorden niet met de uitwerpselen van een mannelijke koe vergelijken zonder er zelf als een dwaze stier uit te komen.
Ik geef het toe: ik hou van mensen die tenminste een beetje van de etiquettekunst beheersen, omdat ze verfijnd en ontwikkeld zijn, en vooral omdat ze rekening houden met anderen, en dus ook met mij. Veel meer dan de gloednieuwste telefoon en de meest protserige auto, onderscheidt etiquette de mensen met smaak van de holbewoners.
Begrijp me niet verkeerd, ik ben niet allergisch voor de kleinste ‘faux pas’, want daarvoor ken ik de finesses van de zaak zelf niet genoeg. Maar ik weet wél dat je het broodje van je buur steelt als je naar het bordje rechts van je graait, dat je met bestek van buiten naar binnen werkt, en dat een wijnglas bij de voet moet worden vastgehouden. Dat je het brood niet snijdt, maar breekt, zoals Jezus deed, en dat je niet met peper en zout begint te strooien voordat je van het eten hebt geproefd. Dat laatste heb ik altijd irritant gevonden en blijkt volgens de etiquette ook echt beledigend te zijn, omdat je er zo van uit gaat dat de smaak van de gastvrouw of -heer wel te flets zal zijn. Voor dat soort mensen moet ik me altijd bedwingen om de soep niet extra kruidig te maken, en met een pittig lesje voor de fletse vooroordelen te komen.
Leuk om te weten is dat een servet tijdens het eten op je schoot ligt en pas aan het einde van de maaltijd weer op tafel komt. Op een bolletje gerold links van je bord. Leg je het rechts, dan geef je aan dat je wil blijven slapen (!) Wedden dat menig man déze regel moeiteloos zal onthouden?
Net zoals bij de servet en het bord loopt hijzelf in de regel links van de vrouw, zodat hij haar zijn rechterarm kan aanbieden. Tenzij ze daarmee wordt blootgesteld aan het gevaar van het straatverkeer, dan loopt hij rechts.
‘Dames eerst’ kent iedereen als het over deuren en slaapkameretiquette gaat… Maar weinigen weten dat de heer vooropgaat op onbekend of gevaarlijk terrein, zoals op café, in restaurants, of bij het betreden van de straat.
Ook op de trap loopt de man voorop. In het naar boven gaan om hem geen kans te geven onder de rokken te gluren, bij het afdalen om als buffer te dienen voor het geval zij valt. Dan valt ze namelijk op hem. Letterlijk, en misschien ook figuurlijk als bij bovenop al deze etiquette ook nog keurige kleren draagt, weet dat hij zijn vest moet dichtknopen zolang hij niet is gaan zitten, en de kunst van het complimenten geven verstaat.
Zie je wel, denkt hij aan het einde van zijn etiquette-examen, dat er een verband bestaat tussen de juiste manier om te toosten, en zeven jaar goede seks?