"Hoe gaat het met de verkoop van je boek?" vragen veel mensen me tegenwoordig nadat ze me, met de bij vrienden en andere mensen die je een warm hart toedragen nooit exact definieerbare balans tussen sympathie en oprecht enthousiasme, hebben verteld dat ze Vossenspoor in een paar avonden vlot en met veel plezier hebben uitgelezen. Ik moet hen dan het antwoord schuldig blijven, want een zicht op de commerciële wapenfeiten van zijn papieren boreling heeft een auteur in de eerste maanden doorgaans niet. Anders ware het natuurlijk, mocht mijn vossenkind een kookboek zijn geweest, of een handleiding vol tips om op spectaculaire en sluwe wijze het gevecht tegen de kilo's te winnen.
Merkwaardig is het, hoe zowel kookboeken als vermageringsboeken hoge ogen blijven gooien in iedere boekhandel. To eat or not to eat? That seems to be the question. Nee, het succes schuilt natuurlijk in de combinatie van de twee thema's. Eten en toch vermageren, dàt is het wat ons hongerig maakt. De paradox met andere woorden.
Nochtans bestaan er nog steeds uiterst charismatische types die hun overvloed aan kilo's met zoveel elegantie en flair weten te dragen dat ze een 'gezond kookboek' dat ze van hun slanke vrienden cadeau hebben gekregen, met literaire honger voor een Vossenspoortje gaan omruilen.
Ze zitten goed in hun vel en zijn daarom sociaal, goedlachs, wereldwijs en royaal in verschijning en gedrag.
Op de autosnelweg kom je dat soort types steevast tegen. De zwaargewichten die op de rechterrrijstrook heel gastvrij een plaatsje voor je laten zodat je rustig kan invoegen en je staaltjes defensief rijgedrag kan bewaren voor een lichtgewicht waarvan de gladgepolijste carrosserie de norse verschijning van een azijnpisser aan het gezichtsveld moet onttrekken.
Met tientonners heb je bij het invoegen doorgaans weinig problemen. Al wil je ze daarna wel liever niet te lang gezelschap houden om je met je kleine auto niet gewrongen te voelen tussen zoveel stalen kracht.
Op een donkere weinig bereden nacht wil het wel eens gebeuren dat zo'n tientonner je als 'afscheid' nog kilometers lang vanuit de verte blijft seinen door met zijn lichten te knipperen. "Vooral als hij heeft gezien dat je een vrouw bent", vertrouwde een ervaren chauffeur me een keer toe nadat ik had geventileerd hoe ik me daarna enigszins ongerust had gevoeld bij de gedachte dat de chauffeur me met zijn signalen misschien alert had willen maken op één of ander ongezien defect aan mijn auto.
Maar dat was het dus beslist niet, zo werd me verzekerd.
Vandaag werd ik weer herinnerd aan dat toch wel aparte redeneervermogen van vrachtwagenchauffeurs, evenals aan het feit dat niet iedereen over het talent beschikt om zijn overgewicht met trots en menslievendheid te dragen.
Op mijn weg naar het station moet ik iedere ochtend oversteken en invoegen op een grotere weg waar rond dat tijdstip meestal wat file is. Net na dat invoegen rijd je over een spoorweg die als afgedankt goederenspoor weliswaar nog weinig wordt gebruikt, maar een mens toch niet met een gerust geweten kan laten stilstaan zonder een lichte verhoging van het hartritme te bewerkstelligen.
Vanmorgen stond er een file vóór de overweg en kwam er net een lange vrachtwagen aangereden die stilhield vóór het spoor. Na de laatste auto vóór de overweg was nog plaats voor twee auto's, maar te weinig voor de tientonner met gele nummerplaat.
Ik zag dan ook mijn kans schoon en voegde in vóór de tientonner en achter de laatste auto die voor de overweg stilstond. De chauffeur die achter me had staan wachten, wilde hetzelfde doen, want er was nog meer plaats, maar daar stak Mister Fatboy een stokje voor door opeens vooruit te schieten en pal achter mij te komen staan. Althans, dat was het plan, want uiteindelijk belandde hij schuin op de weg omdat hij anders nog gedeeltelijk op de sporen stond. Ik keek behoedzaam naar boven, naar de cabine van de tientonner die nu helemaal op het fietspad en bijna tegen een geparkeerde auto stond. Ik zag hem niet en hij zag mij niet. Wellicht een goede zaak, bedacht ik, want met een uit zelfbehoud voorzichtig uitgesproken "Het is weer een vrouw, en ze weet niet beter" zou mijn lichtgewicht tegen zoveel bruut geweld wellicht niet hebben op gekund.
Toen de file oploste, bleef Mister Fatboy onbehaaglijk dicht bij mijn achterkant. Op zoveel intimiteit had ik vanochtend niet gerekend, waardoor ik niet met tegenzin vaststelde dat hij wat verderop bij de voorsorteerstroken naar rechts uitweek en ik links kon blijven rijden.
Tot ik zag hoe hij plots gas gaf en me nét voor de splitsing zonder richtingaanwijzer rechts inhaalde.
Op dat moment herinnerde ik me dat een wijze man me eens zei dat je bij twijfel altijd moet uitgaan van de meest positieve interpretatie. Dat lukte beter toen Mister Fatboy bij de volgende afslag alsnog naar rechts draaide. Misschien had zijn navigatiesysteem gezegd: “Binnenkort rechts afslaan” en was hij iets te snel geweest.
Geef toe, het zou toch kunnen?
In ieder geval besloot ik het gevecht tegen de kilo's wijselijk niet aan te gaan. De arme man was wellicht net die ochtend met een streng dieet gestart...
Merkwaardig is het, hoe zowel kookboeken als vermageringsboeken hoge ogen blijven gooien in iedere boekhandel. To eat or not to eat? That seems to be the question. Nee, het succes schuilt natuurlijk in de combinatie van de twee thema's. Eten en toch vermageren, dàt is het wat ons hongerig maakt. De paradox met andere woorden.
Nochtans bestaan er nog steeds uiterst charismatische types die hun overvloed aan kilo's met zoveel elegantie en flair weten te dragen dat ze een 'gezond kookboek' dat ze van hun slanke vrienden cadeau hebben gekregen, met literaire honger voor een Vossenspoortje gaan omruilen.
Ze zitten goed in hun vel en zijn daarom sociaal, goedlachs, wereldwijs en royaal in verschijning en gedrag.
Op de autosnelweg kom je dat soort types steevast tegen. De zwaargewichten die op de rechterrrijstrook heel gastvrij een plaatsje voor je laten zodat je rustig kan invoegen en je staaltjes defensief rijgedrag kan bewaren voor een lichtgewicht waarvan de gladgepolijste carrosserie de norse verschijning van een azijnpisser aan het gezichtsveld moet onttrekken.
Met tientonners heb je bij het invoegen doorgaans weinig problemen. Al wil je ze daarna wel liever niet te lang gezelschap houden om je met je kleine auto niet gewrongen te voelen tussen zoveel stalen kracht.
Op een donkere weinig bereden nacht wil het wel eens gebeuren dat zo'n tientonner je als 'afscheid' nog kilometers lang vanuit de verte blijft seinen door met zijn lichten te knipperen. "Vooral als hij heeft gezien dat je een vrouw bent", vertrouwde een ervaren chauffeur me een keer toe nadat ik had geventileerd hoe ik me daarna enigszins ongerust had gevoeld bij de gedachte dat de chauffeur me met zijn signalen misschien alert had willen maken op één of ander ongezien defect aan mijn auto.
Maar dat was het dus beslist niet, zo werd me verzekerd.
Vandaag werd ik weer herinnerd aan dat toch wel aparte redeneervermogen van vrachtwagenchauffeurs, evenals aan het feit dat niet iedereen over het talent beschikt om zijn overgewicht met trots en menslievendheid te dragen.
Op mijn weg naar het station moet ik iedere ochtend oversteken en invoegen op een grotere weg waar rond dat tijdstip meestal wat file is. Net na dat invoegen rijd je over een spoorweg die als afgedankt goederenspoor weliswaar nog weinig wordt gebruikt, maar een mens toch niet met een gerust geweten kan laten stilstaan zonder een lichte verhoging van het hartritme te bewerkstelligen.
Vanmorgen stond er een file vóór de overweg en kwam er net een lange vrachtwagen aangereden die stilhield vóór het spoor. Na de laatste auto vóór de overweg was nog plaats voor twee auto's, maar te weinig voor de tientonner met gele nummerplaat.
Ik zag dan ook mijn kans schoon en voegde in vóór de tientonner en achter de laatste auto die voor de overweg stilstond. De chauffeur die achter me had staan wachten, wilde hetzelfde doen, want er was nog meer plaats, maar daar stak Mister Fatboy een stokje voor door opeens vooruit te schieten en pal achter mij te komen staan. Althans, dat was het plan, want uiteindelijk belandde hij schuin op de weg omdat hij anders nog gedeeltelijk op de sporen stond. Ik keek behoedzaam naar boven, naar de cabine van de tientonner die nu helemaal op het fietspad en bijna tegen een geparkeerde auto stond. Ik zag hem niet en hij zag mij niet. Wellicht een goede zaak, bedacht ik, want met een uit zelfbehoud voorzichtig uitgesproken "Het is weer een vrouw, en ze weet niet beter" zou mijn lichtgewicht tegen zoveel bruut geweld wellicht niet hebben op gekund.
Toen de file oploste, bleef Mister Fatboy onbehaaglijk dicht bij mijn achterkant. Op zoveel intimiteit had ik vanochtend niet gerekend, waardoor ik niet met tegenzin vaststelde dat hij wat verderop bij de voorsorteerstroken naar rechts uitweek en ik links kon blijven rijden.
Tot ik zag hoe hij plots gas gaf en me nét voor de splitsing zonder richtingaanwijzer rechts inhaalde.
Op dat moment herinnerde ik me dat een wijze man me eens zei dat je bij twijfel altijd moet uitgaan van de meest positieve interpretatie. Dat lukte beter toen Mister Fatboy bij de volgende afslag alsnog naar rechts draaide. Misschien had zijn navigatiesysteem gezegd: “Binnenkort rechts afslaan” en was hij iets te snel geweest.
Geef toe, het zou toch kunnen?
In ieder geval besloot ik het gevecht tegen de kilo's wijselijk niet aan te gaan. De arme man was wellicht net die ochtend met een streng dieet gestart...