Ik heb het me altijd afgevraagd, waarom er naast de top tien met de rijkste Belgen geen top bestaat van de mensen die over de meeste tijd beschikken. Want ‘time is money’, zeggen ze toch?
Al lijkt dat toch niet helemaal te kloppen. Want iedereen kan wel zijn geld tellen, maar niemand zijn tijd.
Tijd is immers iets waarvan iedereen maar een beperkte hoeveelheid heeft, zonder dat iemand weet hoeveel. Als dat wel geweten is, dan is de tijd op en zit je meestal in een lastig parket. In het kabinet van een oncoloog bijvoorbeeld, of onder de hakbijl van een moordenaar. Dan weet je quasi zeker dat je tijd er bijna op zit. En toch kan het zelfs dan nog keren, soms net door een beetje geld. Zou er dan toch iets van aan zijn, dat je met geld tijd kan kopen?
Ja, dat weten alle gezinnen die crèches en poetsvrouwen gebruiken. Net zoals ze weten dat hun eigen tijd geld oplevert. Door die te gebruiken om te werken bijvoorbeeld, of om iemand op te lichten. Al heb je met die laatste optie wel meer kans dat ze je net meer tijd dan geld oplevert. En 'hij heeft twintig jaar gekregen' klinkt gek genoeg helemaal anders dan 'hij heeft twintig miljoen gekregen'. Met de eerste wil niemand nog iets te maken hebben, met de tweede is plots iedereen bevriend.
Communicerende vaten lijken ze voor de meeste mensen dus te zijn, tijd en geld. Hebben ze veel van het ene, dan hebben ze weinig van het andere.
Waardoor we riskeren de godganse dag bezig te zijn het ene voor het andere te ruilen zonder precies te weten wat het is dat ons het gelukkigst maakt. Is dat niet een beetje idioot?
Dat de mensen in de geld-top niet per definitie gelukkig zijn, weten we allemaal. Maar zouden de mensen in de tijd-top dat dan wel zijn? Als er al een top zou bestaan van mensen die over de meeste tijd beschikken, dan zou die waarschijnlijk worden aangevoerd door werklozen, vereenzaamde bejaarden en bedlegerige zieken.
Ook geen voltreffer dus.
Geld alleen maakt niet gelukkig. Maar tijd alleen ook niet.
De kunst zit ‘m dus weer eens in de balans. Precies genoeg geld hebben, en precies genoeg tijd om het uit te geven. Met de juiste mensen.
Al lijkt dat toch niet helemaal te kloppen. Want iedereen kan wel zijn geld tellen, maar niemand zijn tijd.
Tijd is immers iets waarvan iedereen maar een beperkte hoeveelheid heeft, zonder dat iemand weet hoeveel. Als dat wel geweten is, dan is de tijd op en zit je meestal in een lastig parket. In het kabinet van een oncoloog bijvoorbeeld, of onder de hakbijl van een moordenaar. Dan weet je quasi zeker dat je tijd er bijna op zit. En toch kan het zelfs dan nog keren, soms net door een beetje geld. Zou er dan toch iets van aan zijn, dat je met geld tijd kan kopen?
Ja, dat weten alle gezinnen die crèches en poetsvrouwen gebruiken. Net zoals ze weten dat hun eigen tijd geld oplevert. Door die te gebruiken om te werken bijvoorbeeld, of om iemand op te lichten. Al heb je met die laatste optie wel meer kans dat ze je net meer tijd dan geld oplevert. En 'hij heeft twintig jaar gekregen' klinkt gek genoeg helemaal anders dan 'hij heeft twintig miljoen gekregen'. Met de eerste wil niemand nog iets te maken hebben, met de tweede is plots iedereen bevriend.
Communicerende vaten lijken ze voor de meeste mensen dus te zijn, tijd en geld. Hebben ze veel van het ene, dan hebben ze weinig van het andere.
Waardoor we riskeren de godganse dag bezig te zijn het ene voor het andere te ruilen zonder precies te weten wat het is dat ons het gelukkigst maakt. Is dat niet een beetje idioot?
Dat de mensen in de geld-top niet per definitie gelukkig zijn, weten we allemaal. Maar zouden de mensen in de tijd-top dat dan wel zijn? Als er al een top zou bestaan van mensen die over de meeste tijd beschikken, dan zou die waarschijnlijk worden aangevoerd door werklozen, vereenzaamde bejaarden en bedlegerige zieken.
Ook geen voltreffer dus.
Geld alleen maakt niet gelukkig. Maar tijd alleen ook niet.
De kunst zit ‘m dus weer eens in de balans. Precies genoeg geld hebben, en precies genoeg tijd om het uit te geven. Met de juiste mensen.